Een duivels Antilliaans dilemma
Fred de Haas
Illustratie: Mirjam Vissers
Nu er voorbereidingen worden getroffen voor het smeden van hernieuwde banden tussen de verschillende delen van het Koninkrijk, moet er snel worden bepaald welke taal het beste is voor het onderwijs op en de ontwikkeling van de Nederlandse Antillen.
Er is één ding waar Nederland zich schuldig om kan voelen: de onverschilligheid waarmee het zich in het verleden om het lot van de Antilliaanse bevolking heeft bekommerd’. Die bevolking is eeuwenlang domweg aan zijn lot overgelaten en de Nederlanders hebben zich zelfs niet de moeite getroost om alle mensen vanaf het begin Nederlands te leren, waardoor nu iedereen Papiamentu spreekt, een mooie Creools- Romaanse taal, dat wel, maar toch, een taal waar je, zoals elk zinnig mens zal beamen, niet ver mee komt in de wereld.
Het zou dan ook niet meer dan billijk zijn als Nederland alle kosten voor zijn rekening zou nemen die nu en in de toekomst gemaakt moeten worden om het onderwijs op de verschillende eilanden op een zodanig niveau te brengen dat de bevolking een acceptabel toekomstperspectief krijgt. En misschien moet dat in de toekomst wel via een heel andere taal dan het Nederlands!
Stanley Brown, de ontwapenende Antilliaanse Don Quichotte die in 1969 samen met Papa Godett (de uitvoerder), Cola Debrot (de blanke intellectuele schrijver-gouverneur en vertegenwoordiger van het establishment) en Amador Nita (de ideoloog) in groen uniform als overwinnaar van de blanke elite poseerde voor het bordes van Fort Amsterdam, vindt dat Curaçao, naar het voorbeeld van de Frans-Caraïbische eilanden, een provincie van Nederland moet worden. Dan ben je gelijk van het gelazer af en is de zaak geregeld, vindt Stanley. Doe je dat niet dan leef je net als de meeste Antillianen om een Browniaanse metafoor te gebruiken met je kont naar de toekomst en je kop naar het verleden’.
De Franse eilanden zijn indertijd bij de dekolonisatie echte departementen van Frankrijk geworden en de Franse Caraïbische eilanden hadden bovendien nog het bijkomend voordeel dat hún Creoolse taal een afgeleide is van het Frans; dus het Frans van Frankrijk was allesbehalve een vreemde taal voor de bevolking, terwijl dat op de Antillen mutatis mutandis wèl het geval is. Men spreekt daar nu eenmaal Papiamentu en het Nederlands is een hele vreemde taal die om de donder niet makkelijk is en waar de Antillianen van tegenwoordig niet zo’n voeling meer mee hebben.
Het lijkt haast voor de hand te liggen dat de Antillen in de verre toekomst gericht zullen zijn op het Caraïbisch gebied en op de grote continenten Noord- en Zuid-Amerika. Niemand kan dit voorspellen. Maar het is een educated guess dat het Nederlands tegen die tijd geen rol meer zal spelen, evenmin als nu in Indonesië (het voormalige Nederlands Indië’) en zal zijn vervangen door het Engels of het Spaans.
In de overgangsperiode zou het mijns inziens verstandig zijn om het Papiamentu als taal van instructie in het funderend onderwijs zo goed mogelijk te blijven hanteren en daarnaast zowel het Nederlands als het Engels als tweede talen zo sterk te ontwikkelen, dat er op een gegeven moment een verstandige keus gemaakt kan worden tussen Nederlands en Engels als definitieve ontwikkelings- en onderwijstaal.
Het is daarbij van het grootste belang om voor het onderwijs in de talen goed getrainde moedertaalsprekers aan te trekken, zodat de leerlingen een zo groot mogelijk profijt uit de lessen kunnen trekken. Het is onverstandig om kinderen te confronteren met onderwijzers die de talen zelf niet goed beheersen. Dat geldt natuurlijk ook voor het Papiamentu dat vaak door moedertaalsprekers slordig wordt gesproken (1).
De kinderen verdienen het dat hun leraren met de grootste zorg worden geselecteerd. Het is niet zonder meer waar dat alle moedertaalsprekers goed genoeg zijn om hun taal als tweede taal op anderen over te brengen, ook al hebben ze die taal gestudeerd. Het onderwijs in een tweede taal is een apart vak en onderwijzers en leraren moeten hiervoor speciaal zijn opgeleid. Universiteiten hebben hiervoor uitstekende programma’s ontwikkeld die op scholen worden toegepast.
Men zal zich ook dienen te beraden over het al of niet handhaven van vakken en het invoeren van nieuwe vakken die meer perspectief bieden. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om het Frans te handhaven op de Middelbare school in de Antillen (2). Het Frans heeft zijn tijd gehad, hoe erg de Fransen dat ook vinden; als wereldtaal heeft het afgedaan. En van de Franse Caraïbische eilanden en Haïti zullen de Antillianen het niet moeten hebben. Het Engels wint van de andere talen, ook van het Spaans, een taal die uiteindelijk ook maar in een beperkt gebied wordt gesproken, zij het in een groot beperkt gebied. Maar biedt Spaans nu zoveel mogelijkheden? In welk land moet de Antilliaan met zijn kennis van het Spaans werk gaan zoeken? In Venezuela? In Colombia? In Santo Domingo?
Het Spaans kan natuurlijk wél worden gehandhaafd als vak op de middelbare school in plaats van het Frans. Dat lijkt me logisch en zeer wenselijk gezien de nabijheid van Zuid-Amerika.
Naast dit alles zou er op de Middelbare School aandacht moeten blijven bestaan voor het Papiamentu voor zover dit zinvol is en er voldoende lesmateriaal en goede literatuur in het Papiamentu voorhanden is.
De staatkundige betrekkingen tussen Nederland en de Antillen worden in 2007/08 op de helling gezet. Maar dat soort betrekkingen is niet alles. Het ogenblik is evenzeer aangebroken om rationeel en emotioneel verantwoorde lijnen uit te zetten voor de toekomstige inrichting van het onderwijs. In nauwe samenwerking met Nederland. De Nederlanders zijn niks te beroerd om zich volledig in te zetten. De moderne Nederlander heet geen Peter Stuyvesant.
Maar laat vooral de Antillianen zèlf de lijnen uitzetten voor een nieuw soort praktijkgericht onderwijs (3); het heeft geen zin om de inrichting van het Antilliaanse onderwijs klakkeloos te laten invullen door Nederland. Het lager beroepsonderwijs en het middelbaar onderwijs in Nederland zijn, met alle respect, geen voorbeelden die de schoonheidsprijs verdienen.
Fred de Haas is oud-leraar Frans en Spaans aan het Middelbaar Onderwijs o.a. op Curaçao -, werkte mee aan het ontwikkelen van een internationaal leerplan voor leerlingen van 11-16 jaar, gaf leiding aan een internationale afdeling van een Middelbare School en was werkzaam als curriculumleider bij de International Baccalaureate Organization in Cardiff en Genève. In die functie gaf hij workshops aan leraren van internationale scholen en inspecteerde hij vele internationale scholen in de hele wereld. Hij vertaalde werk van Frans Caraïbische, Antilliaanse, Spaanse en Zuid-Amerikaanse auteurs. Verder speelt hij het liefst gitaar. Ook Antilliaanse walsen. Treedt met zijn Trio Alma Latina regelmatig op voor Antilliaanse gezelschappen.
Noten
1) Zo hoorde ik een Curaçaose onderwijzer in een uitzending van Tambú’ tenminste de helft van de woorden in het Papiamentu inslikken
2) Ik vraag mij ook af waarom het Frans op de middelbare school in Nederland nog steeds wordt onderwezen. Er wordt in Nederland, behalve door de happy few, geen Franse TV gekeken, er worden geen Franse boeken gelezen en geen Franse studieboeken meer geraadpleegd door studenten aan de universiteiten. Alles verschijnt immers in het Engels? Dus wat overblijft is misschien de noodzaak voor het kennen van wat survival Frans voor de camping en het dorp om brood te kunnen kopen. En daarin is te voorzien door een korte cursus. Het fabeltje dat Nederlanders zoveel talen spreken is allang doorgeprikt. Heeft u onze volksvertegenwoordigers, uitzonderingen daargelaten, wel eens Engels of Duits (over Frans hebben we het al helemaal niet) horen spreken? Je krijgt er pijn in je buik van.
3) Het Nederlands zou daarin voornamelijk een rol dienen te spelen als communicatiemiddel en geen doel van studie op zich moeten zijn.
Algemeen, 24.10.2006 @ 20:45
8 Reacties
op 24 10 2006 at 21:53 schreef vander F:
Ik wil toch even protesteren tegen het neersabelen van het Frans.
Vooral in Nederland zijn er de laatste jaren enorme kansen in Frankrijk blijven liggen qua handel en export.
Ik herinner me een bedrijf in geloof ik luchtverwarming wat geen poot aan de grond kreeg in Frankrijk.
Na het aanstellen van adequaat Frans sprekende werknemers die zich konden in(likken)leven in La France heeft het bedrijf nu een enorme groei doorgemaakt op de niet geringe Franse markt.
Het Nederlans onderwijs moet zich het er niet makkelijk van afmaken met alleen Engels als leidende taal.
Nadruk op Engels is niet verkeerd, maar om de Nederlandse zaak goed te behartigen in het Europese achterland zijn Duits, Frans en Russisch onontbeerlijk.
Hier verdient Nederland per slot van rekening het grote geld.
Wat meer mensen onderwijzen in de Chinese taal mag ook wel wat meer ondersteund worden,
you’ve gotta be where the action is.
Deze taalkeus is uiteraard niet relevant op de Antillen,
Engels als leidstaal, Spaans en Portugees voor het achterland lijkt me getuigen van een heldere logica.
Het is zeker niet onbelangrijk om serieus in te gaan op de voorstellen van Fred de Haas,
ze getuigen wat mij betreft van een gezonde realiteitszin met mogelijkheden voor gezond en toekomstgericht onderwijs op de Antillen.
op 25 10 2006 at 12:34 schreef Tofuburger:
"Het zou dan ook niet meer dan billijk zijn als Nederland alle kosten voor zijn rekening zou nemen die nu en in de toekomst gemaakt moeten worden om het onderwijs op de verschillende eilanden op een zodanig niveau te brengen dat de bevolking een acceptabel toekomstperspectief krijgt."
Het lijkt mij dat onderwijs niet alleen op perspectief, maar op daadwerkelijke resultaten moet worden afgerekend. Om die reden is het m.i. onverstandig om onderwijs als een soort van onvervreemdbaar recht, als ‘gratis’ te introduceren. Beter is het om de mogelijkheden te scheppen, maar de Antillianen zelf hun verantwoordelijkheden te geven, inclusief de verplichting om de onderwijskosten in enige vorm terug te verdienen. En waar is de rol van het lokale bedrijfsleven? Ik neem aan dat het toerisme etc. graag zouden zien dat toekomstig personeel relevant opgeleid wordt en daarvoor bereid is om te investeren. En zolang er toeristen uit Nederland komen, is kennis van het Nederlands geen overbodige luxe. Voor het doorstuderen in Nederland is het ook wel handig.
op 26 10 2006 at 09:40 schreef Wee:
Heeft iemand van u, hier in ons calvinistisch vaderland, ooit het breken gevoeld, gezien, gehoord van een jong intelligent, veelbelovend integer meisje, nadat dat ze het bijvrouwtje bleek te zijn van een gezonde fucking antilliaan? Deze jongeman, hoogst persoonlijk in ons zaligmakende nederland ge-educiteerd, leerde haar een stevig lesje in liegen, wanhoop en rijp making voor een lange stoet van spermatozoiden.
Wij allen zwijgen. Politieke items soren hoger op de markt van ‘who’s the most interesting guy’. Volgzaam vee kun je makkelijk op een zijspoor zetten. Links, rechts of midden: zij allen haben es …..
Vandaag ga ik leren hoe ik kloten af moet binden.
Lang leve ….
op 26 10 2006 at 10:29 schreef Peter Breedveld:
Ik moet eerlijk bekennen volslagen onbekend te zijn met het gevoel dat het breken van een jong intelligent, veelbelovend integer meisje geeft.
Maar wat is nou precies uw punt?
op 26 10 2006 at 12:57 schreef Wee:
Beste Meneer Breedveld,
U stelde precies de juiste vraag, waarbij ik kan constateren: u zwijgt niet!
Wat betreft het antwoord: misschien dat ik over enkele decennia pas het antwoord kan preciseren.
Ik ben er nu nog niet toe in staat en aldus zwijg ik mee.
Enkele ingredienten waarmee ik het probleem ietwat kan schetsen:
– woede; wat nou samensmeding over hernieuwde
banden?!
– vermeend gebrek aan zeggenschap
– afhankelijkheid
– toelaten van infiltratie van waarden die de
mijne niet zijn en die in ons land tot ellende (kunnen)leiden
– mijn eigen onmacht
– mijn angst te generaliseren
– mijn eigen calvinisme
– het gebrek van focussen als dat door slaat naar een al te grote versimpeling van de oplossing
etc.
Ik ben er voorlopig nog niet uit.
Kwam toevallig op uw site terecht, omdat ik tevergeefs googelde naar herkenbare gevallen van meisjes die rijp gemaakt worden voor een bepaalde soort van antilliaanse mentaliteit.
Graag zie ik mijn bijdragen verwijderd. Ze doen niet ter zake.
op 26 10 2006 at 13:24 schreef Wampie:
Het knakken van een jong, intelligent, veelbelovend, integer meisje — ik kan me er wel iets bij voorstellen: breken in de knop, totale desillusie, loverboys.
op 26 10 2006 at 23:40 schreef Koen:
Is het niet beter om de leerlingen te laten kiezen op bepaalde leeftijd? Engels lijkt me vereist. Nederlands vanwege de staatkundige constructie. Maar vlak het Frans niet uit. Waarom niet kiezen tussen Frans, Spaans EN Portugees!!?? Brazilë is tenslotte de toekomstige ‘motor’ van de regio. Bovendien is het goed als diverse Antillianen diverse talen spreken. Wat zou de waarde kunnen zijn van een Antilliaanse Nederlander die Frans, Engels EN Russisch spreekt, bijvoorbeeld.. voor een multinational?
op 28 10 2006 at 22:34 schreef ReneR:
Frans vind ik ook nog steeds van belang. Als je frans hebt gehad; dan is het aanleren van aanverwante talen zoals spaans en italiaans een stuk makkelijker.
Mischien moeten we wel een keer arabisch verplicht maken op scholen; weten we tenminste wat ze achter onze rug te bekletsen hebben.