Geil
Peter Breedveld
Illustratie: EROTICARS 2006
Een dag na de veelbesproken Nova-uitzending waarin Naema Tahir Jeroen Pauw op z’n nummer zette (werkt dat voor u, meneer Pauw?’), heb ik haar boek Kostbaar bezit gekocht. Ik had er meteen spijt van, want ik heb wel eens eerder een boek gekocht van een aantrekkelijke dame waar iedereen het over had, De gelukkige huisvrouw van Heleen van Royen en Sjeezus, wat is dát een kutboek. Ik was bang dat Kostbaar bezit me op dezelfde manier zou teleurstellen en ik heb het op het stapeltje boeken-waarvan-ik-best-weet-dat-ik-ze-toch-nooit-ga-lezen gelegd.
Maar tijdens mijn vakantie ben ik er toch aan begonnen. Alle andere boeken, die ik had meegenomen, had ik al uit, behalve The Origin of Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind van Julian Jaynes, maar dat leek me toch wat zwaar voor naast het zwembad. Het werd dus Kostbaar Bezit. Zonder dollen, één van de beste boeken die ik de afgelopen maanden heb gelezen.
Over Kostbaar bezit zijn veel gewichtige dingen gezegd en geschreven. Ik had begrepen dat het over moslimvrouwen gaat die er, ondanks hun beklagenswaardige maatschappelijke positie toch in slagen macht op mannen uit te oefenen door middel van hun seksualiteit. Wie de macht heeft in deze verhalen, is de vraag’, schreef Clara Strijbosch in de Volkskrant. Het zijn de mannen die de prinsen zijn, die gebieden en veroveren, maar in feite weten de vrouwen binnen hun ogenschijnlijke onderwerping de mannen te gebruiken voor hun eigen doel.’ Op de binnenflap van het boek zelf (tweede druk) staan een aantal citaten uit andere recensies:
Op adembenemende wijze doet ze verslag, als een participating journalist, van een huwelijksnacht. (…) Betoverend geestig, subtiel en bij vlagen ook cynisch geschreven. (Hans Renders, het Parool)
Goed geschreven en met een scherp inzicht in een voor ons vreemde cultuur. (Ron Kaal, HP/De Tijd)
Geestig geschreven (Iris Pronk, Trouw)
Een indringend relaas (Arjen Fortuin, NRC Handelsblad)
Mijn God, wat is er met die mensen aan de hand? Wat een stelletje frigide Dorknopers! Is het dan niemand opgevallen dat Kostbaar bezit vooral ook een hartstikke geil boek is? Ja, ik zal het maar eerlijk toegeven, voor mij werkt het. Ik weet ook wel dat het niet in orde is dat een oom zijn minderjarige nichtje neukt, maar mevrouw Tahirs prikkelende pen won het van mijn verontwaardiging. Ik vind het een schande dat de verstikkende maagdelijkheidscultus in veel culturen vrouwen tot wanhoopsdaden drijft, maar ik was er tijdens het lezen van Kostbaar bezit niet zo mee bezig. En ja, het laatste verhaal (Kostbaar bezit bestaat uit drie kortverhalen), Devotie, gaat over een strenggelovige vrouw die wordt verscheurd door haar loyaliteit aan haar afvallige, door kinky seks geobsedeerde man en die aan de islam en zou je dus als een prikkelend politiek statement kunnen zien, maar ik kreeg er vooral zin in seks van.
Ze haalde de okra’s uit hun zak en bracht lange sneetjes aan in hun buiken en vulde ze met een mespuntje cayennepeper, zwarte peper en zout. Wit glibberige zaadjes, als foetusjes van groente, floepten eruit. Ze duwde ze terug hun buik in. Haar vingers werden lijmachtig. Ze rook eraan en fronste haar voorhoofd. Ze rook nogmaals. Ze legde haar duimen tegen de lengtesnee van een okra en trok hem uit elkaar, zoals je met grote schaamlippen doet, en snoof eraan, diep. Het kwartje viel. Het rook naar blauwe kaas, naar haar favoriete schimmelkaas. Maar waarom bevredigde dat niet? Ze rook nog een keer. Ze smeerde het slijm tussen haar vingertoppen, en haalde ze langzaam van elkaar. Het had dezelfde elasticiteit als het slijm uit haar vagina wanneer ze ovuleerde. Draderig en stug. Ze rook er weer aan en wist het, en bloosde en glunderde. Het brandde tussen haar benen. En alsof ze over de duivel sprak, stond hij daar, naar haar te kijken.
Ze kan vreselijk goed schrijven, mevrouw Tahir. Ze trekt je haar wereld in, zonder dat je daartegen iets kunt, of wílt doen. Als ze een ruimte beschrijft, dan sta je daar, je voelt de broeierige hitte, ziet het door de gordijnen getemperde licht in bundels naar binnenvallen, hoort de grasmaaier in de verte, ruikt het zweet en de zoete adem van de hoofdpersonages.
Op pagina 165 citeert ze trouwens Theo Van Gogh: Geeft niets’, zei ze, Allah weet het beter! Bovendien, je bent nog maar drie maanden getrouwd.”
Tegen Martin Simek zei ze dat moslims ‘ook eens’ uit de kleren zouden moeten gaan. Intrigerende uitspraak, ging Simek niet op in. Ik hoop haar daarover binnenkort eens aan de tand te voelen.
Peter Breedveld is nu halverwege The Origin of Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind.
Algemeen, 02.09.2006 @ 09:23
20 Reacties
op 02 09 2006 at 14:51 schreef Rinus Duikersloot:
Haalde Naema Tahir wel Theo van Gogh aan? De overtreffende trap ervan wordt namelijk heel veel gebruikt binnen de islam(fatwa’s ofwel adviezen worden er mee afgesloten) en is een uiting van het inshallah-fatalisme.
Hier het interessante artikel van Naema Tahir in de NRC van 26 augustus:
Ook ik had een martelaar voor Allah kunnen worden
Het is, in je hoofd, niet eens zon grote stap, martelaar worden voor de islam. Toen schrijfster Naema Tahir als ontheemde puber klem zat tussen Pakistan, Engeland en Nederland, lokte het gastvrije hemelse paradijs heel wat meer dan het verwarrende leven als immigrant.
Auteur van de roman Een moslima ontsluiert.
Jurist, eerder werkzaam op verschillende Nederlandse ministeries, bij het Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg en in Nigeria voor de VN-Vluchtelingenorganisatie.
Ooit wilde ik als martelaar sterven.
Zo moeilijk ik het vind om mijn verhaal te delen, zo belangrijk is het om het toch te doen. Mensen vragen zich verbijsterd af hoe moslimmigranten tot zulke excessieve zelfmoordacties in staat zijn. En, meestal onuitgesproken maar nog beangstigender, of er dan niet in elke moslimmigrant een terrorist schuilt.
Hoe ver reikt het gevoel van verbondenheid met de jongeren die zichzelf opblazen als ultieme daad van verzet tegen het ongelovige Westen?
Telkens als de wind van terrorisme door Londen waait en Brits-Pakistaanse jongeren hun antiwesterse sentimenten uiten, word ik door menig journalist opgevoerd als expert op dit gebied. Ik hoor me kennelijk verbonden te voelen met jongeren die geweld gebruiken in naam van een islamitische traditie, daar ik hun religieuze, etnische en migrantenachtergrond deel.
En ja, die verbondenheid is er wel degelijk.
Niet met de totalitaire suïcidale acties van die jongeren; maar ook ik heb als jonge vrouw wel het overtuigde verlangen gekoesterd om als martelaar te kunnen sterven.
De voedingsbodem van die verbondenheid is de pijn van ontheemding en uitsluiting, zo beklemmend dat het obsessieve verlangen ontstaat om de al dan niet verbeelde gemarginaliseerde positie in het Westen op te geven. Sommige jongeren, vervreemd van zichzelf en van de wereld rondom hen, dichten zichzelf de kwaliteiten toe van verheven wereldredders en kijken reikhalzend uit naar de beloning in het hemelse paradijs die hen wordt voorgespiegeld.
Ooit wilde ik ook naar het paradijs.
Ik ben in 1970 geboren in Londen, als Brits-Pakistaanse moslim, dochter van enigszins verlichte en goed opgeleide ouders die in de jaren zestig vanuit Pakistan naar Groot-Brittannië migreerden, in de naïeve hoop dat ze daar het aardse paradijs zouden vinden. Ze realiseerden zich niet hoe deze grote opwindende stap, snel genomen, hen blijvend zou plagen met een gevoel van verlies, het verlies van het thuisland.
Mijn ouders werkten beiden aan de lopende band. Ze wilden de nieuwste radio kopen, wat geld sparen, daarna zouden ze terugkeren. Wat mijn moeder na enkele jaren ook deed. Samen met mijn zus en mij, ik was een baby nog, verhuisde ze terug naar Pakistan. Om een paar jaar later terug te keren naar Engeland en zich bij mijn vader te voegen, een zuiver economische beslissing uiteraard.
Dit keer besloten ze om zich echt te vestigen in Engeland. Mijn vader werkte als postbeambte voor de Royal Mail, mijn moeder werd huisvrouw. Ze leerden autorijden, kochten een huis en kregen zes kinderen.Welwillend poogden ze te integreren, maar echt aarden wilden ze niet.
Ze voelden zich niet erkend als volwaardige burgers. Ze voelden zich behandeld als gelukzoekers uit een voormalig Britse kolonie, geminacht omdat ze veel kinderen hadden, gekrenkt omdat hun punjabi-accent werd geridiculiseerd, ook al was dat maar om te lachen. Toen mijn vader in functie slachtoffer werd van gewelddadig racisme een bloederige knokpartij op straat was dat het ideale excuus om het racistische Engeland van Margaret Thatcher te verlaten, een land waar de dreigkreet Paki go home gewoon her en der op de muren gekalkt stond.
Het gezin migreerde naar Nederland.
Zomaar. Nederland zag er wel aardig uit. Schoon, met de langste komkommers en de rijkste boter.
In Nederland zeiden de buren dag tegen je op straat. In Nederland zouden ze zich thuis voelen. Ik was tien toen ik naar Nederland verhuisde. Ik had een taalachterstand, net als al mijn broers en zussen, net als mijn ouders. Maar dat probleem konden we oplossen. Dat we ons ook hier out of place voelden, was veel verontrustender. In Nederland bleken we plots allochtonen te zijn. Mijn ouders integreerden wel, maar bleven dromen van een definitieve terugkeer, naar het échte paradijs op aarde, het heilige land, zoals Pakistan ooit letterlijk heette. Alleen daar zouden we gelukkig kunnen zijn.
We keerden ook terug, naar het streng islamitische Pakistan van de militaire dictator Zia ul Haq. Om enkele jaren later andermaal met zijn allen terug te gaan Nederland.
Alweer om economische redenen natuurlijk. Een dure grap, remigratie.
Ik was vijftien toen ik terugkeerde naar Nederland. Het was mijn vijfde migratie.
Voor de zoveelste keer begon ik opnieuw.
Ik zat op een geheel witte middelbare school in Etten-Leur, de enige moslim in de hele bovenbouw.Mijn taal- en leerachterstand bleek nog pijnlijker nu ik ruim een jaar ouder was dan al mijn klasgenoten.
Na twee jaar gesegregeerd onderwijs in het islamitische Pakistan beschikte ik ook niet meer over de nodige omgangsvormen om in een gemengde klas mezelf te zijn. Ik was verlegen en bang voor jongens, wat in moslimkringen een deugd heet te zijn. Ik wilde een hoofddoek dragen om mijn mensenschuwheid vorm te geven maar gelukkig was dat toen nog geen modetrend. Ik leerde met gemak noch betrokkenheid. De Nederlandse taal had geen betrekking op mij als Brits-Pakistaanse.
De Europese geschiedenis leek alleen mijn inferioriteit te willen bevestigen: een kind onder de evenaar is meestal maar een bedelaar.
Ik vond dat de klas mij niet begreep, terwijl ik alles moest doen om de klas te begrijpen, opdat ik er deel van mocht uitmaken.
Wat me natuurlijk maar niet lukte.
Thuis werden de teugels immers nog strakker aangespannen. Ik ben opgevoed als een streng islamitisch meisje. Ik mocht niet doen wat andere pubers deden, uitgaan, bijbaantje, op bezoek bij klasgenoten thuis. Ik raakte geïsoleerd, eenzaam.
Ik viel uit de boot. Ik werd een verwarde puber.
De verwarring sloeg algauw om in verscheuring. Met gemengde en tegenstrijdige gevoelens over de zoektocht naar het paradijs op aarde. Ik was boos op mijn ontheemde ouders die mij wortelloos maakten, die geen autoriteit toonden jegens hun verwarring, geen controle hadden over hun levens. Ik kreeg de twijfels die iedere puber kent maar kon ze niet delen met de rest van de klas, die anderswas. Wie ben ik eigenlijk, vroeg ik me af. Brits? Nederlands? Pakistaans?
Moslim, en zo ja: hoe? Lichtjes verlicht zoals mijn ouders of als een ware orthodoxe gelovige?
Olivier Roy (schrijver, onderzoeker en islamkenner) schrijft dat ontheemding kan resulteren in een profilering van strikt religieuze kenmerken. Ik ken die ontwikkeling. Het gevoel van ontheemding was bijmij zo sterk dat ik die leemte alleen kon vullen met iets groters, iets overrompelends, iets universeels, iets wat ervoor zorgde dat ik geen pijnlijke introspectie hoefde te verrichten, iets waaraan ik mij kon overgeven, iets wat alle twijfel uitbande, iets wat mij ongekende rust en trots gaf.
In die projectie, zoals vele moslimjongeren die vooropstellen, geloofde ik dat alleen mijn moslim zijn een absoluut karakter kon hebben. Islam kent geen grenzen, geen nationaliteiten, geen ras. Iedereen is gelijk in de ogen van Allah, althans, min of meer. Allah accepteert je zoals je bent, mits je je maar volledig aan Allah overgeeft. Toen ik dat deed, wist ik mijn verwarring volledig te bezweren. Ik hoefde niet meer na te denken. In de islam vond ik een gemakzuchtige rust, een makkelijk houvast, simpele erkenning en blinde acceptatie. Bovenal voelde ik me uitverkoren, belangrijker dan de rest, een gewaarwording die ik voorheen nooit had gekend. Het was een zalig, vervullend, zingevend en uplifting gevoel dat me uit de marge haalde waarin ik dacht te zitten verkommeren. Plots kreeg ik een verheven positie.
Ik hoefde niet langer, zoals mijn ouders, naar het aards paradijs te zoeken.
Dat bestond gewoon niet. Het ware paradijs, het echte leven, situeerde zich in het hiernamaals. Het leven op aarde was tijdelijk en diende alleen maar om een plek in de hemel te veroveren. Dat werd het uiteindelijke doel. Als migrant geboren en getogen in het Westen voelde ik me hier toch verbannen en koesterde ik het naïeve verlangen om terug te keren naar een plek waar ik met open armen ontvangen zou worden. En dat was niet langer het land van herkomst van mijn ouders, ook niet meer mijn migratieland, maar het hemelse paradijs. Daar was ik thuis. Nergens anders zou ik ooit thuis zijn.
Mijn gehele puberteit was ik zeloot religieus, populair gezegd een fundi, al was die term mij toen onbekend. Als orthodoxe moslim nodigde ik de geest van de Profeet Mohammed uit om in mij te huizen. Ik at hem, ademde hem, probeerde zijn leven na te doen. Ik wilde leven en sterven voor de islam. En dat kon. Mijn wens zou in vervulling gaan in het Pakistaanse leger.
Ik dacht toen met opperste bewondering over mijn held van die tijd, Rashid Minhas Shahied, de bekendste moderne martelaar uit de oorlog van het islamitische Pakistan tegen het niet-islamitische India in 1971. Hij gaf zijn leven om Pakistan, en dus islam, te redden uit de klauwen van ongelovigen. Dat wilde ik ook, als martelaar sterven. Het was in die dagen mijn grootste wens om mijn leven te geven voor islam. Om door de poort van het paradijs te gaan en herinnerd te worden als Naema Tahir Shahied, de Martelaar.
Die wens is niet in vervulling gegaan.
Praktisch niet realiseerbaar. Ik zat klem.
Ik kon mijn wensen niet vervullen, mijn dromen niet waarmaken. Gelukkig was ik nieuwsgierig, werd ik omringd door scholieren die gingen studeren, en gelukkig behaalde ik mijn diploma. Ik besloot rechten te studeren. Ik had behoefte aan regels die orde schepten in mijn hoofd, zoals ook islamitische regels orde scheppen. Ik stelde mezelf een nieuw doel: als moslimadvocaat zou ik goede werken verrichten in een islamitisch land, Pakistan uiteraard.
Op mijn twintigste verliet ik het ouderlijk huis en ging in Leiden studeren.
Ik woonde er in een meidenhuis.
Het was een harde confrontatie.
Zonder streng religieus te leven, konden deze meiden toch gelukkig zijn, en bovenal succesvol. Ze hadden controle over hun eigen bestaan. Zij hadden geen opperwezen nodig om dingen te bereiken. Daar stond ik dan, met mijn koraantje in de hand, lonkend naar de hemelse wolken, alle plezieren van het leven schuwend, een gereserveerde, afstandelijke, verlegen vrouw, die zich nergens op haar plaats voelde, die naar een kracht buiten zichzelf zocht als excuus om verder te komen. En die zich realiseerde dat ze maar niet verder kwam in het leven. Ik besefte dat ik altijd gemarginaliseerd zou worden als ik me inkapselde in de beperkingen van een religie. Die pijn van inferioriteit hoefde ik niet meer. Ik wilde niet achterblijven terwijl iedereen mij voorbijstak.
Ik bevrijdde me van de mythe van het hiernamaals. Het hemelse paradijs werd voor mij een farce, een excuus om je bestaan niet in te richten, om geen introspectie te voeren, om de pijnlijke vragen die in je woelen niet te confronteren. Het is makkelijk om je te verliezen in een mythische, magische religie. Veel moeilijker bleek het om je leven in eigen handen te nemen. Ik wilde die uitdaging aangaan. Ik wildewat diemeiden hadden. Lachend en nieuwsgierig door het leven gaan, de regie over je eigen leven in handen houden, in het nu leven. Heerlijk, helder, hier en nu.
Succes leek alleen mogelijk door Nederland te bestempelen als mijn moederland.
Mijn enige moederland.
Maar die gedachte moest mij net zo overrompelen als een religie dat deed. Ze moest even overheersend zijn. Alleen zo zou ik de twijfels dat ik niet thuishoorde in Nederland kunnen overwinnen. Ik cultiveerde een bijna obsessieve drang om niet te mislukken, om niet te verdwijnen in de periferie als een eeuwig zoekende migrant. Ik ontwikkelde strategieën om geaccepteerd te worden, om succes te boeken, om erkend te worden als een van ons en niet als een van hen: migranten, zwarten , Pakis, achterlijke allochtonen.
Ik studeerde hard, mat mezelf een elitair accent aan, werkte in het blankste van alle beroepen en deed afstand van alles wat naar traditie rook. Ik wilde mezelf en de westerling behagen met de eretitel van geslaagde migrant, iemand die zich perfect geassimileerd heeft en door de blanke geaccepteerd wordt als volwaardig gelijke, als Nederlander.
In dat proces, hoe raar dat ook klinkt, stierf ik inwendig, werd ik, om de cirkel rond te maken, martelaar. Ik ontdeed me van die culturele eigenschappen die me belemmerden om volledig Nederlander te zijn. Ik brak los uit verstikkende tradities, raakte vervreemd van mijn geboortegemeenschap van Pakistaanse moslims, ontvoogd vanmijn vader en moeder, die mijn proces van Verlichting niet begrepen of accepteerden.
En wat gebeurde er toen? Ik ervoer dat gelijkheid tussen allochtonen en autochtonen, zoals gelijkheid tussen man een vrouw, een waanidee is. Omdat je net niet hetzelfde gereedschap hebt als de dominante groep. Je kán nooit volledig Nederlander worden. Het aardse paradijs bestaat niet. De perfect gelijkwaardige maatschappij is even imaginair als het hemelse paradijs met de 72 maagden waar zelote islamjongeren tot stervens toe naar verlangen.
Veel allochtonen denken dat ze enkel de westerling moeten behagen. Sommigen gebruiken dit als smoes omniet te hoeven presteren, of raken gefrustreerd om wat ze menen dat van hen wordt verwacht.
Maar zijn we hier niet juist om relaties aan te knopen met die westerling, met iedereen?
En moet je daarvoor jezelf niet eerst leren kennen, bewust worden, naar jezelf durven kijken?
Langzaam leerde ik dat er een derde laag bestaat, los van het heilige en het profane paradijs: zelfbewustzijn. Alleen daar kan je jezelf vinden. Wat in een bepaald opzicht veel lastiger is dan je te verliezen in een religie of in het idee-fixe dat je hier bent om het de westerling naar de zin te maken. Je zelfbewustzijn kent geen zekerheden, geen vastigheden. Niet iedereen kan de stap aan om dat complexe zelfbewustzijn te exploreren. Daarin schuilt de persoonlijke tragedie van de moslimterrorist.
En ik ken die tragedie uit mijn eigen ervaring. Daarom voel ik mij verbonden met de pijn van jongeren die als martelaar willen sterven. Ook ik, martelaar.
Elsbeth Etty(tegenwoordig islamapologeet) in de NRC van 29 augustus hierover: Het kokette islamgezwam van Naema Tahir, die zaterdag in deze krant paginagroot bekende: Ook ik had een martelaar voor Allah kunnen worden, zegt me niets. Het had gekund. Het is niet gebeurd. Gefeliciteerd, meid. Ooit wilde ik naar het paradijs […] Ik bevrijdde mij van de mythe van het hiernamaals. Zij heeft zich geëmancipeerd van de godsdienst, maar dat lijkt me geen reden mensen die geloven in het paradijs tot potentiële martelaren van Allah te bestempelen.
op 02 09 2006 at 15:05 schreef Peter Breedveld:
Ik kan me niet voorstellen, Rinus, dat iemand, die zo actief participeert in het islamdebat als Naema Tahir doet en die zo bekend is met de Nederlandse situatie, gewoon zonder er erg in te hebben ‘Allah weet het beter schrijft’ en dan niet aan Theo van Gogh denkt. Ik kan het me écht niet voorstellen.
Je bent weer lekker bezig, de laatste tijd, zie ik. Wat je nou precies wilt bereiken met dat brandmerken van iedereen wiens mening niet exact dezelfde is als die van die jongen van Fitzgerald is me nog altijd een raadsel.
Ik vond mevrouw Etty’s sneer aan mevrouw Tahirs adres trouwens onnodig hard. Ik moet eerlijk zeggen dat ik mevrouw Tahirs stuk sympathiek vond, al vind ik haar suggestie dat we moslims het gevoel moeten geven dat ze erbij horen en dat dan alles goed komt schandalig gemakzuchtig.
Etty is geen moslimapologeet. Ze gelooft dat een meerderheid van de moslims gewoon in vrede wil leven met niet-moslims, maar dat lijkt in jouw ogen een onvergeeflijke misdaad te zijn, is ’t niet?
op 02 09 2006 at 15:29 schreef Rinus Duikersloot:
Heel goed mogelijk dat Naema Tahir aan Van Gogh dacht maar het is ook een veelgebruikte uitdrukking.
Waarom verdraai je mijn woorden Peter? Waarom zie je verschil niet tussen geloof en gelovigen? Iets waar Ayaan Hirsi Ali altijd op hamerde en jij in een eerdere discussie enorm over verbaasd was om dat te horen. Ik schreef islamapologeet, géén moslimapologeet. Dat is iets heel anders. Volgens Elsbeth Etty is er niks inherents mis met de islam en als je dat zegt(zoals Afshin Elllian klaarblijkelijk) dan biedt dat volgens haar "geen enkel perspectief op integratie, of zelfs maar een vreedzame coëxistentie van bevolkingsgroepen." Elsbeth Etty behoort hiermee tot de Uva-school waar arabiste Machteld Allan het in Trouw over had. Deze school is ideologisch van aard en hierbij is de emancipatie en bevrijding het doel van de wetenschap en niet de waarheid.
op 02 09 2006 at 17:01 schreef Rinus Duikersloot:
De tekst van Naema Tahir had ik elders gecopy/pasted van het internet maar daar was de laatste alinea weggelaten. Hier alsnog:
In de islam vond ik een gemakzuchtige rust, houvast, en blinde acceptatie
Daar stond ik dan, met mijn koraantje in de hand, elk plezier in het leven schuwend.
op 02 09 2006 at 17:50 schreef Paardestaart:
Nou goed – ik zal het boek lezen. Er moet te praten zijn met deze meid.
Over wat ik niet begrijp, bijvoorbeeld: hoe kan iemand nu denken dat het onbehagen van iemand die zich ergens een vreemdeling voelt dramatischer is dan het gewone menselijke onbehagen, vooral dat van jonge mensen op de drempel van de volwassenheid?
Ik kan me goed voorstellen dat je nú tamelijk duidelijk te kennen wordt gegeven dat althans je grootouders niet uit deze contreien stammen – maar voor 9/11 en Fortuyn moet het toch erg meegevallen zijn.
Kennelijk vertellen emigranten of vluchtelingen elkaar niet dat die extra ontheemdheid een onoplosbaar fenomeen is dat ex-patriates nu eenmaal parten speelt. Anders kan ik moeilijk volgen waarom men zo gemakkelijk in de verleiding komt zijn gevoel van vreemdheid bij de gastheer voor de deur te leggen en zich afgewezen te voelen
Er zijn natuurlijk mensen die absoluut door heimwee overmand worden en eigenlijk terug zouden moeten gaan; je moet wèl bereid zijn om een nieuw leven te beginnen, en dat is niet iedereen gegeven – maar als je probeert om vriendschap te sluiten met mensen van een ander ‘kleurtje’ moet je toch ontdekken dat je als individu wel geaccepteerd wordt?
Als je duidelijk herkenbaar ergens anders geworteld bent zal dat in het maatschappelijk verkeer misschien niet zo snel veranderen – maar dat is gewoon onoplosbaar!
Ik heb tijdens langer verblijf in andere Europese landen, waar ik niet herkenbaar ben als vreemdeling niettemin heel duidelijk beseft dat ik er altíjd tot op zekere hoogte vreemd zou blijven..en dat is een heel eigenaardig gevoel dat je soms makkelijk kunt accepteren en soms wat minder.
Het is helemaal aan mij dan om te besluiten of het voor- het nadeel overstemt, en het eist absoluut iets extra’s van je
Ik bespeur toch altijd een zekere zelfdramatisering in al die verhalen die ik niet zo goed kan zetten Hoe kan je van je nieuwe landgenoten verwachten dat ze zich openstellen, en het verschil – whatever it may be – negeren als je je de hele tijd maar afvraagt wie je bent?
Wat kan het schelen?
op 02 09 2006 at 19:19 schreef Peter Breedveld:
Ik begrijp nu wat je bedoelt met dat verschil tussen geloof en gelovigen, Rinus. Maar dat onderscheid is onzinnig. Er is geen islam zonder islamieten, net zoals er geen taal is zonder mensen die die taal spreken en schrijven. Als islamieten ophouden te bestaan, of zich massaal bekeren tot het Enige Ware Geloof, dan is er geen islam meer om een mening over te hebben of uit te dragen of om over van mening te verschillen. De islam houdt dan ook op te bestaan.
De islam is wat islamieten zijn. De koran is geen islam, de sjaria en de hadith zijn geen islam. De interpretatie die mensen geven, de keuzes die ze maken, dát is de islam.
op 02 09 2006 at 21:58 schreef jelle:
"De islam is wat islamieten zijn. De koran is geen islam, de sjaria en de hadith zijn geen islam. De interpretatie die mensen geven, de keuzes die ze maken, dát is de islam."
Dit hoor ik onze grotelijsttrekkers niet zeggen.
Peter, dit houden wij onder ons, hè?
Kost je de kop.
op 03 09 2006 at 16:39 schreef Bernadette:
Mwah, Paardestaart, Naema Tahir (die trouwens niet kan schrijven, Peter – en dat doet weinig voor míjn libido) blijft niet steken in de ‘zelfdramatisering’, ofwel het etnisch narcisme zoals ik het noem. Het is de zoveelste reconstructie achteraf van hoe ik van mijn geloof afviel, het zoveelste egodocument van minderheden, toch heeft het iets omdat ze niemand hier beschuldigt. Misschien dat dat heen en weer migreren haar genoeg relativeringsvermogen heeft meegegeven.
Aan de andere kant: wat ik nogal geëxalteerd vind – en ik denk dat Etty daarop doelt als ze het over gekoketteer heeft – is het woord "tragedie" en dat ze zich "verbonden" voelt met moslimterroristen. Geloof ik geen snars van, wel dat ze die lui kan volgen, dat ze zelf in haar puberteit ook dat soort trekjes heeft vertoond, maar verbonden?
op 03 09 2006 at 16:44 schreef Peter Breedveld:
Hoezo kan ze niet schrijven! Kostbaar bezit, dat is schrijven, man. Ik moet wel zeggen dat ik dat NRC-stuk van beduidend mindere kwaliteit vind.
op 03 09 2006 at 17:54 schreef Rinus Duikersloot:
Heb zojuist aan universitair geschoolden moeten uitleggen dat het arabische woord islam niet vrede betekent maar onderwerping. Waarom dachten ze dat? Omdat een imam hun dat had verteld.
Het communisme is wat communisten zijn. Das Kapital is geen communisme. De interpretatie die communisten geven, de keuzes die ze maken, dát is het communisme.
op 03 09 2006 at 18:09 schreef Paardestaart:
Nee, Bernadette – ze blijft er niet in hangen, anders zou ik haar boek niet gaan lezen.
Maar ik vraag me meer af waarom immigranten – niet speciaal Naema, al was ontheemding, of je niet thuis voelen voor haar dus ook een item – waarom ze kennelijk niet met elkaar over dat gevoel praten, en het niet relativeren.
Je ziet toch wel dat andere pubers ook lopen te worstelen? Met hun identiteit of met andere onafheden? Nederlanders zijn blijkens de ego-documenten die voor het oprapen liggen ook tot diep in hun dertigjes op zoek naar ‘wie ze zijn’..
En Naema schrijft dat ze uiteindelijk het zelfbewustzijn als reddend concept ontdekte, maar het lijkt me dat eerder het getob en het geworstel van anderen je tot de ontdekking brengt dat je niets uitzonderlijks bent in je gehannes
Maar ik verkijk me vermoedelijk enorm op de kommer en kwel van mensen die buiten het menselijk onbehagen ook nog de last van de ‘vreemdheid’ te torsen hebben.
Ik begrijp het alleen niet.
En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ‘de groep’ waar ze zich toe rekenen daar een boel toe bijdraagt. Mensen gaan nu eenmaal vaak voelen wat ze denken dat ze moeten voelen.
op 03 09 2006 at 18:20 schreef Rinus Duikersloot:
‘De groep’ heet de umma
op 03 09 2006 at 18:33 schreef Paardestaart:
Nou – ik bedoel de umma in Dar el Harb..mede-emigranten dus, die de stap naar een beter leven hebben gezet – vrijwillig of gedwongen
Dat die identiteit naadloos overgaat in die van de umma die ’thuis’ gebleven zijn is een feit, maar dat dat nergens op slaat merkt bijna geen mens
Als Naema terugkwam in haar geboorteland als engelse pakistana moet ze toch gemerkt hebben dat er ook met de thuisblijvers een verschil was, evenals haar ouders?
Dat relativeert dan toch?
Hoe meer identiteiten, hoe twijfelachtiger het belang van het concept, lijkt me
op 04 09 2006 at 22:31 schreef ReneR:
Nja; ik begrijp wel jij of iemand opgewonden raakt van wat erotisch geschrijf; maar mijn jongeheer kan er maar niet enthousiast van worden, in welke proza Naema het ook inpakt.
Die meid mag trouwens wel uitkijken voor haar moslim broeders.
op 05 09 2006 at 01:17 schreef carmo da rosa:
Peter op 2.9:
Is het dan niemand opgevallen dat Kostbaar bezit vooral ook een hartstikke geil boek is? Ja, ik zal het maar eerlijk toegeven, voor mij werkt het.
Ik ben volkomen overtuigd, ik ga ook kijken of het mijne óók werkt na het lezen natuurlijk
Rinus op 2.9:
Waarom verdraai je mijn woorden Peter?
Diegenen die op FN woorden verdraaien of andere verkeerd citeren, moeten een rondje p/woord betalen.
Rinus,
Ik heb twee rondjes van jou tegoed. Gewoon fluitjes bij Pata Negra hoor
Peter op 3.9:
De islam is wat islamieten zijn. De koran is geen islam, de sharia en de hadith zijn geen islam. De interpretatie die mensen geven, de keuzes die ze maken, dát is de islam.
Dit is nou de best definitie van de islam die ik in tijden heb gehoord. Het moet met gouden letters in de Hadith opgenomen worden. Allah u Akbar
Rinus op 3.9:
Het communisme is wat communisten zijn. Das Kapital is geen communisme. De interpretatie die communisten geven, de keuzes die ze maken, dát is het communisme.
Bijna net zo goed als de vorige! Ik zou zeggen: Het communisme is wat communisten [er van maken].
Paardestaart op 3.9:
Maar ik vraag me meer af waarom immigranten – niet speciaal Naema, al was ontheemding, of je niet thuis voelen voor haar dus ook een item – waarom ze kennelijk niet met elkaar over dat gevoel praten, en het niet relativeren.
Zij hebben de praatgroep nog niet ontdekt, maar ze praten wel degelijk daarover, misschien niet genoeg, en niet in het openbaar.
op 05 09 2006 at 13:06 schreef Bernadette:
Paardestaart, dat ze er niet in blijft hangen, maakt haar verfrissend vergeleken met de anderen. Al kun je kennelijk als import toch heel moeilijk gewoon iets zeggen als : ‘awel, ik ben zo’n beetje min of meer een soort van Nederlander geworden’, zonder dat je koketteert met van alles en nog wat.
Maar dit zij haar vergeven omdat alle minderheden dit soort literatuur hebben met het identiteitsbegrip als rode draad en steevast hetzelfde verloop: eerst was ik onderdrukt en wist ik niet wie ik was, toen ontdekte ik Mezelf / gooide het moslimjuk van me af / kwam uit de kast als homo / leerde dat ik trots moest zijn op mijn ras / etc. (doorhalen wat niet verlangd wordt) – en nu ben ik Zelfbewust!
Verkerend temidden van import met donkere huid, moet ik je eerlijk zeggen dat ik het langzamerhand niet meer geloof, dat het gebruikelijke getob van puberen en volwassen worden en alle levenskeuzen in die gevallen zoveel Erger of Anders zou zijn dan bij ‘ons’, of dat het vermeende ‘vreemd’ zijn opeens alles zou verklaren.
Er is eenvoudig een markt voor het hineininterpretieren langs etnische of andere minderheidsscheidelijnen. Mensen gaan erin geloven, het wordt trouwens ook van ze verwacht, niet alleen door groepsdruk uit de eigen gemeenschap, maar progressief links voorop.
op 05 09 2006 at 16:55 schreef carmo da rosa:
niet meer geloof, (
) die gevallen zoveel Erger of Anders zou zijn dan bij ‘ons’, of dat het vermeende ‘vreemd’ zijn opeens alles zou verklaren.
Er is eenvoudig een markt voor het hineininterpretieren langs etnische of andere minderheidsscheidelijnen.
Inderdaad.
Wij allen hebben dezelfde angsten, behoeftes en aspiraties. Er zijn alleen maar klein culturele verschillen, met soms grote gevolgen. Het bv zo bezongen Arabische gastvrijheid (of de Portugese) is, jammer genoeg, niets anders dan een agrarische gewoonte die men overal ter wereld kan treffen, in vergelijkbare samenlevingen. Du moment dat Marokko West-Europese economische en culturele standaards zal bereiken, zal de gastvrijheid smelten als sneeuw voor de zon. Ze zullen ook maar één koekje bij de koffie per genodigde geven. De extended family zal verdwijnen, en de oudjes zullen in tehuizen worden verstopt, en de praatgroep zal zn intrede doen, en de islamitische Jan Wolkers, en de Ramadan, wie denkt er nog aan? En de sensitivity training, en de Bagwan. En Laila zal vreselijk ballen, omdat ze in Marokko precies hetzelfde zal aantreffen wat ze al lang, in Nederland, heeft meegemaakt
Waar is de originaliteit? Waar is de fatalisme? Dat Rinus Duikersloot onvermijdelijk verbonden zag met de islam? Maar niet getreurd, tegen die tijd, zullen ze ook de onvermijdelijk linksoos hebben voortgebracht, die hen graag de weg terug naar de roots zullen wijzen
. En de Ramadan doorbrengen met je familie wordt weer chique, in links liberale milieus, terwijl extreemlinks, zal zelfs pleiten voor het invoeren van de sharia, maar krijgt slechts gehoor bij de zonen van welgestelde families. Allah u Akbar…
op 05 09 2006 at 22:27 schreef Paardestaart:
"Er is eenvoudig een markt voor het hineininterpretieren langs etnische of andere minderheidsscheidelijnen"
‘Tuurlijk..allemaal brave schatten van meelopers. Als de smoezen en overwegingen je worden aangereikt dan trek je ze fluks aan, natuurlijk. Zo worden mensen die een inbraak meemaken allemaal draaierig bij het idee dat iemand met zijn brutale handen door hun privé-zaken is gegaan, en mensen die een schok krijgen moeten die ‘verwerken’
Een kinderhand is gauw gevuld, maar eigenlijk verveelt zo’n verhaal me enorm, en ik ben zo snel niet verfrist. Ik ben het zo zat als gespogen spek..
Ik zou me goddomme zelfs vervelen als het mijn éigen verhaal was. Het is toch eigenlijk te erg voor woorden, om je eigen wrevels en denksels zo serieus te nemen, dat je ze ter verklaring en overdenking aan het volk van Nederland denkt te moeten voorschotelen..
op 10 09 2006 at 15:25 schreef Bernadette:
Exactement, Paardestaart, ook mij verveelt het. Maar dat had ik al bij de feministiese en homosuele en Amerikaanse black egodocs in de jaren ’70 – bij mijn weten begon ’t toen (’t ‘Ik-tijdperk’, nietwaar). Zeg maar de affluent society waar nu ook de allchtonen langzaam achterkomen. Het is een invuloefening, maar er blíjft maar een markt voor zijn. (Wammeer raken die minderheidsgroepen nou es een keertje óp?)
Chot, ik weet nog dat we (vriendinnen) er in de jaren ’70 pastiches op schreven of voordroegen, goed voor uren slappe lach.
Poëzie die uit hetzelfde vaatje tapt: ook al zo hilarisch. "Gevoelens vliegen door mij heen" is jarenlang mijn favoriete versregel geweest uit dit genre.
Treffend voorbeeld: vanmiddag op BNR trapte ook de cabaretière Funda Mujde weer in die Wat De Publieke Omroep Van Mij Verwacht-valkuil. Onderwerp van haar gesproken column: wat er voor moslims is veranderd sinds 9/11. (De vraag stellen, is ‘m beantwoorden.)
Ze had het over haar "nota bene in Nederland geboren dochter" die na een vakantie in Turkije zei dat ze zo’n "heimwee" had. Je snapt ‘m reeds (gaap), aanleiding tot een bespiegeling over allochtoon en moslim enzovoorts, gelardeerd met de jij-bak dat Mujde autochtone vrouwen ‘Christina’ noemt omdat ze haar ‘moslima’ noemen.
En geen haar op het hoofd van die etnisch-narcistische types die eraan denkt dat alle kinderen na een leuke vakantie heimwee hebben – ik herinner me nog het heimwee naar Groet dat nog wekenlang in de nieuwe klas voortduurde, compleet met fantasieëm dat ik daar zou gaan wonen en boerin zou worden enz.
Nee, ergeren doet ’t me allang niet meer. Behalve als het mezelf betreft, b.v. als een agent bij een aangifte van misdrijf allerleerst inlevend informeert of ik behoefte heb aan ‘slachtofferhulp’. Sodemieter toch op! Ga boeven vangen. Ik héb al vrienden.
op 10 09 2006 at 20:55 schreef Paardestaart:
Mietjesland..De mooie kwetsbaarheid is helaas gezonken cultuurgoed. Iedereen een slachtoffer, iedereen een trauma en een héle lange teen
Zouden onze jongens in Afghanistan een cyaankali-capsule in een holle kies hebben gekregen van vadertje Kamp?
Stel je voor dat ze levend in handen van moedjaheddien vallen…!?