Wijs ons onze plek!
Bron: Women in Iran
Vertaling: Sharona Asghari
Op 8 juni 2005 werden Iraanse vrouwen voor de eerste keer sinds de Islamitische Revolutie in 1979 toegelaten tot het Azady-stadion in Teheran, waar de wedstrijd Iran-Bahrein werd gespeeld. Een opmerkelijke overwinning voor alle Iraanse vrouwen, aangezien hun verzoek, om voetbalwedstrijden van dichtbij te mogen zien, voortdurend werd afgewezen. Het volgende verhaal is van een anonieme vrouwelijke voetbalsupporter.
We hadden gezegd dat we kwamen. We hadden het in een open brief aan de autoriteiten geschreven. We schreven dat het bijwonen van een voetbalwedstrijd een burgerrecht is, en dat het hún probleem was als onze veiligheid niet kon worden gegarandeerd. Dus daar moesten zíj voor zorgen.
We hadden het gezegd, geschreven en gepubliceerd, dus we gingen. We hadden om 16 uur afgesproken bij de westelijke ingang van het stadion, de Vip-ingang, de ingang voor belangrijke mensen. Onder ons waren ook vrouwen met een perskaart, die hadden zo naar binnen gemogen, maar we wilden allemaal, net als de mannen, tegen betaling van 500 toeman (50 eurocent) voor een kaartje het stadion in.
We hadden spandoeken meegenomen met daarop geschreven: Wij zijn vrouwen en eisen onze natuurlijke rechten op. Wijs ons onze plek!’. Iedereen had een rode band om het onderbeen, als symbool voor de rode lijn waarmee ons de weg werd versperd.
Een uur lang hebben we gesproken met verschillende stadionmedewerkers, die deden alsof ze van niks afwisten. Allemaal hetzelfde antwoord: Vrouwen mogen het stadion niet in of Wij zijn hier niet verantwoordelijk voor. Als we verder vroegen wie onze vragen kon beantwoorden of wie er dan wél verantwoordelijk was, keken ze ons aan alsof we een buitengewoon vreemde eis stelden en glimlachten minzaam.
Denk niet dat we de voorbijgangers, die ons uitlachten, niet hebben gehoord, of dat we hun vreemde blikken niet hebben gezien. Ze noemden ons anarchist of politieke activisten. We trokken ons er niks van aan. Wat kan het ons schelen hoe die mensen, die niet naar ons willen luisteren, over onze actie denken?
Toen de wedstrijd begon, wilden de beveiligers de deuren sluiten. We waren echter slimmer. We sprongen tussen de deuren en bezetten de ruimte. Ze konden de deuren niet meer sluiten. Voor ons stonden politiemannen, wier chef zei dat deze zaak hem niet aanging (net als alle anderen!) en dat ze daar waren voor het handhaven van de orde en veiligheid. Mannen die het stadion binnen wilden, moesten omlopen en een andere ingang nemen.
We zaten daar met de kaartjes in onze hand en riepen: Mijn deel, vrouwendeel, de helft van de vrijheid!; Vrijheid, gelijkheid en geslachtsrechtvaardigheid!: Vrijheid is mijn recht en Iran is mijn thuis!; Mijn rechten zijn mensenrechten! We liepen naar de bewakers toe en dreigden dat, als ze de deuren niet openen, we door de veiligheidsbuizen zouden binnengaan. Maar ze luisterden niet.
Toen de bus van het elftal aankwam, rende er een groep vouwen achteraan. De vrouwen probeerden tegelijk met de bus het stadion binnen te komen, maar die poging mislukte. Nu kwamen echter ook andere vrouwen in beweging en kwam de politie in burger in actie. Door de vastberadenheid van de vrouwen beseften de autoriteiten dat er niks anders op zat dan met de vrouwen te overleggen. Met wonderlijk resultaat: we mochten voorwaardelijk naar binnen (zonder spandoeken, leuzen en rode banden). Een enorme overwinning.
Het was ongelofelijk hoe de meisjes en vrouwen, van wie de meesten helemaal niet in voetbal waren geïnteresseerd, zich met de supportersmenigte, mengden en de leuzen herhaalden. Ik geloof dat onze aanwezigheid de oorzaak was dat het Iraanse elftal Bahrein versloeg. Een vrouwelijke overwinning op een dom taboe! noemde Masoemeh, een jong meisje, het. Misschien komt het nog wel eens in de geschiedenisboeken te staan, dat Iraanse vrouwen op 8 juni 2005 een droom hebben waargemaakt door na 26 jaar, zonder gebruik te maken van speciale privileges, het stadion te betreden.
Algemeen, 17.06.2006 @ 03:22
2 Reacties
op 17 06 2006 at 13:15 schreef marij van Eck:
Ongelooflijk wat die Iraanse vrouwen allemaal moeten doen om als een menselijk wezen gezien te worden. Het ontroert me en verbaast me dat ze er zo levenslustig onder blijven. En blij zijn met kruimels. Waarom zijn de moslimvrouwen hier in Europa niet solidair met hen? Als ze niet gehinderd worden door mannelijke familieleden hebben ze hier de mogelijkheid om dat te doen. Maar Farah Karimi bijv. hoor ik daar nooit over. Maar ja, dan moet ze toegeven dat er een hoop mis is met de Islam. Daar kan ze niet mee aankomen bij Groen Links.
op 23 06 2006 at 12:46 schreef Rinus Duikersloot:
President Ahmadinejad had beloofd dat vrouwen bij voetbalwedstrijden aanwezig mochten zijn maar werd teruggeroepen door Ayatollah Khamenei. Dit is volgens journalist Christopher Hitchens één van de bewijzen dat de werkelijke macht niet bij Ahmadinejad maar bij de Ayatollah’s ligt. Lees meer daarover in Don’t Talk to the Mullahs
Christopher Hitchens is meerdere malen in Iran geweest en stelt een Nixon goes to China scenario voor wat Iran betreft.
Hij heeft ook de kleinzoon van Khomeini geïnterviewd en die stelt een Amerikaans ingrijpen voor: Conversation With Khomeini en Mind over Mullahs
P.S.
De website van Irshad Manji zal Sharona inmiddels wel hebben gevonden.