Claire Bretécher
Age Bijkaart
Al maanden gaat in een van de twee zaaltjes die het Café van Edgar (Edgar Quinetboulevard 58) rijk is, het toneelstuk voor 1 vrouw, Frissons sur le secteur ou les Amours d’une Aubergine. Het zaaltje is een voor vijftig toeschouwers ontworpen kubusvormige ruimte, waar er tachtig in worden geduwd, als degenen die het laatst binnenkomen op de grond gaan zitten, wat ze elke avond gehoorzaam doen.
Ik heb, en dat overkomt me anders zelden of nooit, tien bladen volgeschreven en de onlangs van Frans J. gekregen schitterende oude schrijfmachine driemaal uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet, allemaal om te proberen die titel met weinig woorden uit te leggen.
De vertaling alleen al is niet in een fraaie vorm te krijgen. Het wordt zoiets als: Huiveringen (d.w.z. schokkende belevenissen, emoties) in de wijk, of de liefden van een aubergine. Daarbij moet dan nog worden uitgelegd dat een aubergine een parkeerwachtster is, aubergine genoemd naar de paarsrode kleur van het uniformpje dat zij draagt. Maar het is natuurlijk niet alleen die kleur, waaraan ze deze honende bijnaam heeft te danken. Deze (meestal) huismoeder met bijverdiensten is een gehaat en miserabel wezen in het oog van elke parkeerder die niet op tijd de parkeermeter verlaten heeft waar hij zijn geld in heeft gestopt en andere parkeerders zijn er bijna niet in deze stad.
Het toneelstuk met de lange titel en de korte rolbezetting is geschreven door Claire Bretécher, Serge Ganzl en Dominique Lavenant.
Claire Bretécher tekent elke week een strip in Le Nouvel Obsecvateur, Serge Ganzl ken ik niet en Dominique Lavenant vertolkt ook de enige rol in het toneelstuk. Zij is een actrice die haar gezicht tot onherkenbaar wordens toe vertrekken kan. Wanneer ze geen gezichten trekt is ze jong, intelligent en mooi. Maar dat blijkt pas aan het eind van haar optreden, waarin de jeugd, de vrome opvoeding te Landerneau (het Franse equivalent van Lutjebroek), de vergeefse hartstochten en de saaie bonnenschrijverij van de arme aubergine worden uitgebeeld. De zaal zou dubbel liggen van de lach, wanneer men niet als asperges in een weckglas op elkaar gepakt zat.
Ik weet het niet zeker, maar ik neem aan dat Claire Bretécher de voornaamste auteur van deze meeslepende monoloog is.
Bestaan er in Nederland mensen die op Le Nouvel Observateur geabonneerd zijn? Zeer weinig denk ik, nu het Frans in toenemende mate verdrongen wordt door de studie van de agologie, de psychologie, het marxisme-leninisme en het naar eigen zeggen keiharde denken van staatssecretaris Ger Klein en kleuterleider Kemenade om de maatschappij nog fijner te maken.
Het eerste wat ik doe als ik Le Nouvel Observateur ontvang, is de strip van Claire Bretécher opzoeken. Hij vult een pagina, bestaat meestal uit twaalf plaatjes en heet DE TELEURGESTELDEN.
’t Is een rechtse strip, zegt Links.
Nu is Le Nouvel Observateur een links blad en het zou dan ook voor mijn gevoel onleesbaar wezen, als die strip van Claire Bretécher er niet in stond en bijna altijd wel nog het een en ander waarin een soortgelijke twijfel of Links de maatschappij wel fijner maken kan, tot uitdrukking komt.
Maar terug naar Claire’s dramaturgische vermogens.
Er bestaan afleveringen van haar strip, waarin het hele verhaal al vervat ligt in de dialogen. Je hoeft de plaatjes niet te zien en de personages niet te kennen, om alles van A tot Z te kunnen volgen en een volledige indruk te krijgen van haar zienswijze. Deze bij voorbeeld:
-Onlangs kom ik in de Lux Bar en wie zie ik? Albert, Mark, Dugommeau, Robert en Weet-ik-veel, alle vijf aan hetzelfde tafeltje. Ik realiseerde me ineens dat ik met allemaal wel eens naar bed was geweest.
-Dugommeau, is die goed?
-Gaat wel.
-Maar met Mark kun je de vliegen op het plafond gaan liggen tellen en dat kleine piemeltje van hem, dat vind ik zo eng.
– Och kom.
-0, dat vergat ik je nog te vertellen, ik voel toch wel wat voor Bernard.
-Bernard? Nee toch! Zó egocentrisch, kan niet erger.
-Nou ja, misschien wel. En dan is die kaffer nog dol op z’n vrouw ook. Waardeloos.
-Nou ja. Ach, ik ben ten slotte romantisch, zoek nog naar de Grote Liefde, weet je wel. Maar de zaak is, waarom wel met de een en niet met de ander.
-Hou op!
-En bovendien, met iemand naar bed gaan vergt een dergelijke concentratie… alles goed beschouwd geloof ik dat ik ermee kap.
– Laat me niet lachen.
– Wat denk jij nou: zouden ze me erg geëmancipeerd vinden of alleen maar daas?
Age Bijkaart is het pseudoniem waaronder Willem Frederik Hermans van 1973 tot en met 1976 zijn brieven uit Parijs publiceerde. Het bovenstaande stuk dateert van 19 juni 1976
Algemeen, 04.06.2006 @ 12:54
2 Reacties
op 06 06 2006 at 11:01 schreef Barry:
Mijn vroegere lerares Nederlands was een typisch Claire Bretechér-karakter met typisch Clair Bretechér-figuur. Je moest oppassen met wat je zei. Bijvoorbeeld als je in alle onschuld zoiets liet ontvallen als: "Hmmm lekker yoghurt" Schreeuwde zei: Yoghurt?! Yoghurt, stop je in je KUT!!!!. Of yuit het niets kon zij tegen je uitvallen: "Ik kan nu al zien wat voor een Machohaantje je later wordt." Tijdens een schooloptreden stond zij woedend in de coullisen te briezen: Stelletje Egotrippers!! Nu van dat podium af" Maar het beste was dat wij op werkweek terwijl andere scholen leuk naar Rome gingen, door haar naar een therapie-boerderij op de veluwe werden gestuurd, omdat de onderlinge communicatie zo beroerd was, Dan werden er allemaal stagiaires van de sociale academie op ons los gelaten. Ach Ja, Els Hogeweg, dat waren nog eens tijden.
op 06 06 2006 at 12:00 schreef Peter Breedveld:
Daar zit een geweldige roman in, Barry.