Weekend
Michiel Mans
Al vanaf mijn prille jeugd ben ik verzot geweest op alles wat luidruchtig hard gaat of boem zegt. Ik heb een octaandeformatie en ook de kerosinekolder slaat regelmatig toe. Laatst ook weer. Er was een interessante vliegshow in België met aantrekkelijke deelnemers zoals oude warbirds, de Red Arrows en Frecce Tricolori. In plaats van op en neer te rijden in één dag, maakten we er een weekend van. Hoewel ik een pleurishekel aan bagage heb op de de motor, besloot ik spartaans te gaan kamperen. Mijn zus Jessie en haar man Paul, ook behept met een kero-gen, hadden daarentegen een sjieke tent gereserveerd.
Daar ik geen Krauser-kofferset uitmonstering had, besloot ik een ‘berenlul’ te draaien. De slaapzak in de tent als een rol om je rugzak heen binden en die bende op je schouders nemen. Het kan zijn dat mijn huidige rugklachten hier enigszins door te verklaren zijn. Na een stralende rit kwamen we bij het nogal klein uitgevallen vliegveld aan op de dag voor de show. Ik vroeg aan wat op een suppoost leek of ik ergens mijn tentje kon opzetten tegen een passende vergoeding. De suppoost zei: ‘dit is België, ge moet niet vragen maar gewoon doen. Da’s dan tweehonderd francs alstublief.’ Het kleine koepeltentje stond in no-time, bende erin.
Het restaurantterras lag pal voor de baan waar het allemaal gebeurde. Soms heb je op vliegshows een verrekijker nodig om het goed te zien. Zo tegen vijven begonnen ze binnen te komen. Elke vlieger die aankwam, gaf boven de baan een voorproefje van zijn kunnen. En ze hadden er duidelijk zin in. Het ging harder, korter, hoger en lager dan we ooit gezien hadden. Dit, akoestisch begeleid door goddelijk gehuil uit twaalf open uitlaatpijpen. Een prettig ‘open einde’ heeft voor mensen met een RON 98-afwijking een andere betekenis dan voor de meeste mensen. Smullen. Ook het rijke assortiment toestellen dat het kleine vliegveld had gevonden, verbaasde het relatief kleine aantal aanwezigen. Er was haast onvoldoende parkeerruimte op het kleine veld.
Een van de piloten kwam vragen of mensen konden helpen wat toestellen te verplaatsen om meer ruimte te creëren. Na een gevecht met een berg hulpvaardigen, volgde ik de piloot. Niet zomaar een piloot. De beroemde zoon van een beroemde Britse vlieger, Mark Hannah, de zoon van Ray Hannah. Hij was met een Spitfire Mk IX gekomen, zijn vleugelmaat met een P51D Mustang. Samen met nog wat mensen versleepten we de Spitfires, Mustangs en meer van die fraaie klassiekers. Uiteindelijk stond mijn tentje er min of meer tussenin. De conversaties hadden een hoog octaangehalte.
Jessie en Paul stapten om een uur of acht op hun motoren om naar het Louis XIV-verblijf te gaan. Hoewel ik aan mijn keuze twijfelde tijdens de heenrit, had ik inmiddels geen spijt van mijn tentje met Mk IX-buren. Ik was juist begonnen voor dit optrekje een eenvoudige en matig smakelijke maaltijd te bereiden toen de suppoost tegen me zei, ‘komt ge niet naar den barbeque?’ Ik vroeg me af hoe dat met gastenlijsten en dergelijke zat, maar daar wilde hij niets van weten. Op naar het terras waar een feestmaal voorbereid werd. Vergeet die Fransen maar als het op eten aankomt, de Belgen houden het redelijk geheim maar ze kunnen er wat van. Ik kreeg een stel tafelgenoten in vliegoverall. Het voltallige Frecce Tricolori-team schoof aan. Ik weet hoe Peter zich voelde toen hij een stempel kreeg van Jan Wolkers in zijn boekexemplaar. Ik heb de hele avond met mijn helden doorgebracht. Dat was soms grappig gênant. What do you fly? -Eh…a Kawasaki Z650C.
En dit was nog maar het begin, de avond vóór de vliegshow. Een vliegshow zoals God het bedoelde.
Michiel Mans (1956) is grotendeels autodidact, een ‘lezer’ met interesses in geschiedenis, filosofie, politiek en wetenschap. Hij komt uit een nest van ‘boerenverstand’ aan moederskant en een ‘oud koloniaal uitzuigersgeslacht’ aan vaderskant. Een mix van Drents humanisme en rechts reactionair in een liberale, sceptische saus.
Algemeen, 30.04.2006 @ 13:46
10 Reacties
op 02 05 2006 at 09:41 schreef Elke:
Wat een leuk stuk, met veel couleur locale.
Je ziet het verhaal zich zo voor je ogen afspelen.
Dat vliegwereldje is ontzettend leuk, heel kameraadschappelijk.
Hans en ik zijn er eens per ongeluk in terecht gekomen omdat we (notoire wildkampeerders met een ingenieus omgebouwd maar niet als camper te herkennen bussie) ’s nachts per ongeluk op een terreintje neergestreken waren waar zij ’s ochtend heel vroeg met een materieel bussen- en trucks neerstreken.
Ook voor zo’n show.
Ergens in Duitsland was dat.
De "hahaha, no problem, kom er gezellig bij"-sfeer is verder hetzelfde als in Michiel’s verhaal.
Vooral de Britten en de Yanks lijken dat sfeertje aan te sturen.
Erg leuk.
Ik werd ook op grootheden gewezen: helaas kende ik ze niet en zal dus waarschijnlijk een totaal gebrek aan gepaste eerbied gehad hebben.
Maar dat vergaven ze ons wel.
Vooral nadat ze vroegen "welke vliegtuig vinden jullie het mooiste" en ik in alle onschuld "die kleine rooie daar" antwoordde, werden er van ons geen zinnige aviatisch-technische opmerkingen meer verwacht.
Dat ik een snoeihete, geheel originele Chili con Carne kon bereiden (20 literpan) strekte verder ruim voldoende tot aanbeveling.
op 02 05 2006 at 11:37 schreef Jessie Mans:
Zucht, dit was nog in de goeie ouwe tijd dat men niet zeurde over wat sommige jammerplanken herrie noemen.
Ik herninner mij nog van een andere vliegshow dat Patrouille de Suisse in formatie over het publiek vlogen (met naverbrander… jippie!) vervolgens keerde en uitwaaierde over het publiek, wauw!!!
Man… zo’n prachtige teringherrie heb je van je leven niet gehoord èn gevoeld.
Maar ja, dat mag nie meer. Tere poppetjes zijn in de veronderstelling dat alles veilig moet zijn. Het donderd niet wat het is maar je moet ten alle tijden je kids en grootmoe mee kunnen nemen.
Gezeik… als ik nu wens te sterven onder een neergestorte Mig dan moet ik dat toch zelluf weten?
op 02 05 2006 at 14:26 schreef Michiel Mans:
Twintig liter hete Chili? Ze zullen wel hard gevlogen hebben daarna. Of, hoe je een Cessna mach twee laat vliegen.
op 02 05 2006 at 15:31 schreef Elke:
Die vlieglui leven hoofdzakelijk van met kerosine geflambeerde landingsstelbanden.
Ze verteren vrijwel alles, bedoel ik.
Het zijn niet zelden van die sleutelmaniakken, die hun hoofd alleen even onder hun dierbare olielekkende apparaat vandaan halen, om één of andere zak kant-en-klaarspul uit de supermarkt in hun hoofd te stouwen.
Die chili hadden ze dan ook helemaal geen problemen mee.
Het was meer dat ons cryptocampertje opeens extra power in de vorm van twee stuwraketten leek te hebben.
Om deze devote motortijdperkgelovigen even een reisje terug in de tijd van de techniek te laten maken, heb ik ze laten zien hoe je met een pan en een zinken teil knetterlekker vers brood bakt in een open vuurtje.
Op de gloeiend as heb ik nog jam van versgeplukte frambozen gemaakt, bij het verse brood.
Het vuur had ik trouwens met een stevige *krrrritss!!* van mijn Buck op een vuursteen aan de praat gekregen: even wat droge frutsels, houtjes bij de hand en krrritssen maar.
Ze stonden er bij te kijken alsof ze water zagen branden.
Of Hollanders zagen vliegen, kan ook.
Ik werd bekeken alsof ik tjokvol magische krachten zat.
Lekker net goed.
Ze hadden nog wat te goed…van dat schadelijke gelach om mijn favoriete vliegtuigje, "die kleine rooie daar", een schattig propperig klein dubbeldekkertje dat ook op z’n kop kon vliegen.
Omdat-ie een dubbele carburateur had, zo leerde ik.
op 03 05 2006 at 13:05 schreef Jessie Mans:
Ik word toch wel erg nieuwsgierig naar die chili. Hoeveel potjes flikker jij in je Chili Elke?
Vliegen kan met een motor trouwens, echt waar.
Zo reed ik eens op een dijkweggetje, leuke bochtjes, mooi weer.
Blik om de bocht niet mogelijk en dan toch de ideale lijn volgen…beetje dom hè?
Met vliegjes op mijn tanden de bocht door… OEPS… vette mercedes.
Dan zit er maar 1 ding op; de heupen en benzine er tegen aan!
Gas, gas, gas!
Dat heet nou de bocht uitvliegen snap je?
Alleen als je het goed doet vlieg je weer de goede kant op….
op 03 05 2006 at 16:38 schreef Elke:
Potjes?!
In mijn chili komen geen potjes…
Grof rundergehakt, rooie Spaanse peperts, groene Spaanse peperts, uien, knoflook, tabasco, oregano, komijn, koriander, chilipoeder.
En tomaten en paprika.
Geserveerd met brune boon’n.
En sla.
Mijn Oma had een Daf.
Een Daffodil zelfs.
Weet je wel, zo’n schattig koekblikje met van die nep-chevroletvleugeltjes op zijn achterkantje.
http://www.tocmp.com/pix/Europe/DAF/images/1962%20daffodil_jpg.jpg
Pienter pookje.
Onverwoestbaar.
Zo één.
Daar kon je óók mee vliegen.
Zo klonk het tenminste.
Zo rond de 50 km. per uur begon je je af te vragen wanneer hij op zou stijgen.
op 03 05 2006 at 17:01 schreef Jessie Mans:
En uh… chilipoeder zit niet in potjes? Ik heb alleen het idee dat de chili gerantsoeneerd is want 1 potje volstaat niet meer.
Daf! Ach.. het pientere pookje, zucht.Ik word oud geloof ik, word sentimenteel weet je.
Mijn oudste broer had er ook 1 echter na een paar ton bakstenen vervoerd te hebben zakte die door z’n voegen heen.
Die was ook niet zo mooi als die van jouw oma.
Overigens, hoewel dol op chili bid ik niet voor bruine bonen, ik ben wel half Drents.
@ Michiel, hoe was de paté?
op 03 05 2006 at 19:42 schreef Elke:
Mijn chilipoeder koop ik los, op de markt, bij mijn kruidenboer die een haak heeft in plaats van een hand en handiger is met al die stopflessen dan jij en ik.
De enige echte.
Beste witte peper van Nederland: snorkend vers en geen gebroken bolletjes.
op 04 05 2006 at 17:34 schreef Michiel Mans:
De ganzen hebben niet voor niets geleden Jessie.
De bruldaf. De Daffodil was een ’trutteschutter met jarretel aandrijving.’ Altijd voor in de file. Maar de echte bruldaf was klasse, de 55 Marathon. Team Slotemaker werd er dertiende mee in de moordende London-Sydney Rally van ’68. De broertjes de Rooy wonnen alle circuit rally’s en moesten met dertig seconden achterstand starten. Dan de pook naar voren en gas op de zuigers. CVT was het, de stalen jarretel constant op maximum RPM. Lingerie kan wel sexy zijn.
op 04 05 2006 at 18:13 schreef Elke:
Ho ho.
Mijn Oma reed gevaarlijk hard met dat ding.
Ze zou en moest iedere vrachtwagen die ze zag inhalen, bij het passeren woedend met haar vuist tegen de vrachtwagenchauffeur zwaaiend.
Die keken meestal totaal verbijsterd terug vanuit hun hoge zetels.
Oma was allergisch voor die mannen.
Waarom weet ik niet.
Zij ook niet, kreeg ik de indruk.
Toen ze verhuisde heeft ze in een recordtijd de afstand Friesland-Achterhoek overbrugd met de Daffodil, omdat ze ab-so-luut niet wilde dat "die vlegels" met de verhuiswagen er eerder zouden zijn dan wij.
We waren er véél eerder.
Ik had al koffie, gebakken eieren en worstebroodjes voor de hele ploeg klaar toen ze arriveerden.