Fuck Weltschmertz
Peter Breedveld
Laatst las ik een verrotte interessant essay van de jonge, veelbelovende filosoof Allard den Dulk (die in hetzelfde Italiaanse klasje zit als ik), die de volgende passage van David Foster Wallace aanhaalde:
The next literary ‘rebels’ […] might well emerge as some weird bunch of anti-rebels, […] who treat of plain and old untrendy human troubles and emotions in U.S. life with reverence and conviction. […] Maybe that’ll be the point. Maybe that’s why they’ll be the next rebels. real rebels, as far as I can see, risk disapproval. […] The new rebels might be artists willing to risk the yawn, the rolled eyes, the cool smile, the nudged ribs, the parody of gifted ironists, the ‘Oh how banal.’ To risk accusations of sentimentality, melodrama. Of overcredulity, of softness. […] Who knows. *
Ik moest meteen aan Floor de Goede denken. Floor, of Flo, zoals iedereen hem noemt, die een maandelijkse strip heeft in het blad MYX en daarnaast in Zone5300 en het homoblad ExpresZo publiceert, tekent een dagelijkse autobiostrip, een Daily Flo, op zijn website. Het zijn strips in een mooie, ronde, Disney-achtige stijl die meestal gaan over de triviale alledaagse beslommeringen van Flo en zijn vriend.
Gezapig, braaf leventje
Zo zien we de tortelduifjes in een aflevering ontroerd zijn door de eerste gezamenlijke was die ze in hun wasmachine draaien, en we gaan met ze mee naar de Gamma, waar ze laminaat kopen en zich laten misleiden door de Gamma-reclamefolder.
Het zijn geen wereldschokkende gebeurtenissen die Flo ons voorschotelt. Flo en Bas, zijn vriend, leiden een behoorlijk burgerlijk leven dat niet verschilt van het leven van honderdduizend andere jonge mensen die gaan samenwonen. Het meest schokkende is misschien nog wel dat Flo meent zijn lezers deelgenoot te moeten maken van dat gezapige, brave leventje.
Flo is dus, in de woorden van David Foster Wallace, ontegenzeggelijk ‘bereid de geeuw te riskeren’. Wat zeg ik, niet alleen riskéért hij afkeuring, hij oogst die in overvloed. Op het Stripliefhebbersforum struikelen oudere vakbroeders over elkaar heen in hun misprijzen. Wat aanvankelijk was begonnen als een algemene uiting van bewondering voor de onbevangen ‘slices of life’ die Flo in de vorm van stripverhaaltjes op zijn website presenteert, lokt al gauw een tegengeluid uit van vertegenwoordigers van de ‘oude school’.
Stripgod Daan Jippes bijt het spits af met een uithaal naar al degenen die Flo’s werk zo charmant vinden en die de vermeende ‘pointloosheid’ van zijn strips als stijlvorm bewonderen. Zelf vindt Jippes het ‘helemaal niks’ en hij stoort zich geweldig aan wat hij ziet als ‘de algemene bewondering’. Die noemt hij een ‘behagelijke corruptieve deken die angsthazen denken nodig te hebben om als volwaardig lid van de groep beschouwd te blijven.’
Ook Gerard Leever, de uitvinder van de Nederlandse autobiostrip, vindt ‘de adoratie voor Flo wel wat overdreven zolang hij in zijn teksten zijn punt niet drukt en hij in zijn tekenwerk blijft vasthouden aan figuurtjes recht van voren en zonder decor.’ ‘Flo heeft het nadeel dat hij behoort tot een generatie waar minimaal tekenen tot het grootste goed wordt gerekend’, foetert Leever, ‘waardoor hij achterover leunt en de gemakkelijkste weg kiest.’ Meccano– en Gilles de Geus-auteur Hanco Kolk, ever the gentleman, vindt hem ‘een groot talent’ maar zou graag zien hij ‘zijn horizon verbreedt en zijn palet wat uitbouwt.’
Eerder al ergerde Wilbert Plijnaar, de vroegere Sjors en Sjimmie-scenarist die tegenwoordig in Amerika meesleutelt aan de scenario’s van animatiefilms als Ice Age, zich hardop aan de fucking boring’ details uit zijn dagelijkse leven, waarop Flo zijn lezers vergast. Hij vergeleek Flo met een stand-up comedian die zijn clou-loze beschrijvingen van trivialiteiten afsluit met de retorische vraag: What’s up with that?’
Behaagziek mannetje
Het is opvallend hoe groot de weerstand is die wordt opgeroepen wanneer je zegt zo gecharmeerd te zijn van Flo’s stripjes. Nadat ik op het Stripliefhebbersforum de loftrompet op Flo had gestoken, werd ik tijdens het Haarlemse stripfestival aangesproken door verschillende mensen die zich daar vreselijk ongerust over maakten. Ik moest daarmee oppassen, want Flo zou lui en zelfvoldaan worden van zulke complimenten, werd me voorgehouden. Flo is sowieso een behaagziek mannetje dat de de neiging heeft om de makkelijkste weg te kiezen, zei iemand anders. Wanneer hij morgen via een castingbureau een rol in de één of andere soap krijgt aangebonden, vergeet hij die hele stripcarrière. Mensen kwamen met voorbeelden van andere grote talenten die uiteindelijk roemloos te gronde gingen, puur en alleen omdat domme stripcritici te vroeg en te hoog waren gaan opgeven van hun werk. Er werd op me ingepraat alsof ik moest worden bekeerd. Zie je het dan niet? Zie je de waarheid dan niet? Flo is een groot talent, hij kan de grootste worden, maar jij maakt hem kapot!
Ik begrijp de felheid van die reacties niet. Dat Flo nu niet al op zijn lauweren moet rusten, lijkt hij zelf maar al te goed te beseffen. Hij timmert behoorlijk aan de weg, maakt elke dag trouw zijn dagstrip voor zijn website, dat is te vergelijken met de weblogs van al die duizenden bekende en onbekende mensen op het internet, hij tekent voor tal van bladen en voor het Cutie Comics webmagazine. Binnenkort verschijnt zijn eerste echte album, en nog wel bij de Vlaamse uitgeverij Bries, het eenvrouwsbedrijfje van Ria Schulpen, die er keer op keer blijk van geeft een fijne neus te hebben voor vernieuwende strips.
Wie voor het eerst een strip van Flo ziet zal worden getroffen door het schattige’ tekenstijltje waarin die is getekend. Flo’s personages zijn allemaal cute’. Zichzelf tekent hij als een aandoenlijk ventje met grote bruine eekhoornogen, dat je moét oppakken en knuffelen. Decors zijn er nauwelijks, maar er wordt een suikerzoete wereld gesuggereerd waarin alles leuk is en koek en ei.
Dat is echter maar schijn! Onder dat rozige fondantlaagje schuilt een cynische, harde wereld waar oude vrouwtjes de schedel wordt ingeslagen met een stoeptegel tegen zinloos geweld, een moeder haar pasgeboren kind wegspoelt in de plee, verdrietige meisjes dooie mussen krijgen toegeworpen, een hamster haar schattige jongen opvreet (waarna de lezer een happy new year’ wordt toegewenst), een schattig, blij meisje sterft aan een hartaanval enzovoort.
Niet makkelijk
En dan die vader. Die verschrikkelijke, gevoelloze vader, die zomaar de lievelingsknuffel van de kleine Flo uit een rijdende auto gooit. Die Flo verplicht de hele familie op een etentje te trakteren met de honderd gulden die hij net heeft gevonden.
Ik zat te prakkezeren, onder dat schattige Disney-uiterlijk van Flo (hij ziet er in het echt net zo vertederend uit als in zijn strips) gaat een wereld van pijn schuil. Die jongen is getraumatiseerd. Omdat-ie homo is, natuurlijk. Dat is vast niet makkelijk. En omdat-ie zo’n vader heeft. Hoe kun je nu níet verknipt raken met zo’n vader? Ik dacht, hier is een verhaal. En ik ga dat verhaal naar boven halen. Ik ga dat verhaal wereldkundig maken. En ik besloot Flo, dit nieuwe literaire supertalent, op te zoeken. Hij ontving me thuis, in Den Haag, waar hij toen tijdelijk woonde met zijn vriend.
Wanneer is dat begonnen, dat striptekenen van jou?,
was mijn eerste vraag. Ik dacht, ik begin rustig (Flo was een beetje gespannen, zag ik. Hij zat rechtop op de bank tegenover me, vanwaar hij me met grote, verwachtingsvolle maar ook enigszins angstige ogen aanstaarde), maar daarna zal ik meteen to the point’ komen.
“Toen ik op school zat al”, antwoordde Flo.
Waarom wilde je zo graag strips tekenen?
Omdat ik m’n ei er in kwijt kan. Ik kon gewoon m’n dingetjes in die strips kwijt.
(Aha! Dacht ik. Nu heb ik beet! Die dingetjes, dat zijn natuurlijk zijn obsessies, zijn onverwerkte trauma’s, zijn frustraties. Nu gaat de hele rimram eruit komen. Ik zette me schrap en stelde de cruciale vraag:)
Wat voor dingetjes?
Ja, gewoon. Dingetjes waar ik me mee bezighield.
(Hm, het wordt moeilijker dan ik dacht) Wat zijn dat dan voor dingetjes?
ehm..
(Ja…?)
Wat tekende je dan voor strips?
Over mijn vader.
Over je vader? (Ja! Ja! Zijn vader!)
Ja. In ieder geval over bestaande mensen in mijn omgeving. Eén van mijn strips ging over een nachtmerrie waar mijn vader in voorkwam.
(Hij houdt de boot af. Laat ik dan zelf maar man en paard gaan noemen)
Had je issues met je vader?
Nee, helemaal niet. Hij vond het zelf ook leuk. Dat soort dingetjes. Niet alleen strips. Ook gewoon tekeningen. Als ik boos was, tekende ik monstertjes.
(Ja, Godverdomme! Hij heeft helemaal geen issues met zijn vader. Al die deprimerende zwartgalligheid vindt-ie wel lollig. En zijn vader vindt het ook wel lollig. Uit het veld geslagen was ik. Ik herstelde me snel. Natuurlijk, dacht ik. Natuurlijk gaat-ie niet in één keer zijn hele hebben en houen op tafel leggen, ten overstaan van iemand die hij net tien minuten kent. Ik besloot om te blijven roeren, net zolang tot de hele beerput openging.)
Doe je dat nog? Laat je nog steeds zien hoe je je voelt in je tekeningen?
Als ik chagrijnig ben, maak ik chagrijnige tekeningen, ja. Ik kan dan niet iets vrolijks tekenen.
(Dit wordt niks, dacht ik. Ik kom er later wel op terug. Ik had het ook veel rustiger moeten aanpakken. Lul! Lul dat je d’r bent! Ik besloot het over oppervlakkiger dingen te gaan hebben.)
Waar kom je vandaan?
Amsterdam West.
Je bent als striptalent een beetje uit het niets komen vallen.
Ik ging vroeger, toen ik een jaar of veertien was, altijd naar studio De Wittenkade, waar toen Peter de Wit, Hanco Kolk en Aloys Oosterwijk werkten, om daar bij de grote tekenaars te zien hoe zij dat deden. Nu teken ik er zelf ook. Op mijn vijftiende ben ik een maand naar Amerika gegaan, naar Wilbert Plijnaar. Die vond het erg leuk, wat ik maakte. Daar heb ik heel veel van geleerd. Hoe ik een figuurtje moet construeren, dat soort dingen.
Heb je daar jouw huidige tekenstijl vandaan gehaald?
Nee. Ik tekende altijd al Disney-figuren na. Later kwam ik bij de Zwarte Handel terecht, de studio van Maaike Hartjes. Toen heb ik nog een tijdje de tekenstijl van Maaike geïmiteerd, door mijn stijl te versimpelen probeerde ik van dat Disney-achtige af te komen. Ik ging toen ook autobiografische verhaaltjes tekenen, omdat die er lekker gemakkelijk snel uitpoepten. Toen kreeg ik commentaar van Maaike, dat ze het niet leuk vond dat ik haar nadeed. Nou ja, en op een gegeven moment is het figuurtje ontstaan dat ik nu teken.
(O, dacht ik, da’s ook leuk. Een Maaike the Bitch’-anekdote. Even zuigen en zien of ik daar wat meer over te weten kan komen:)
Hoe ging dat dan? Werd je door Maaike apart genomen of zo?
Nee, dat was gewoon tijdens een vergadering.
Bespreken ze bij de Zwarte Handel elkaars werk tijdens een vergadering?
Nee, af en toe zijn er vergaderingen. Voordat we met zijn allen naar Lowlands (het jaarlijkse popfestival waar een groep jonge stripmakers altijd heengaat om live’ strips te tekenen, PB) gaan, bijvoorbeeld. Dan moet er natuurlijk eerst worden vergaderd.
Ja, ja. En tijdens die vergadering zei Maaike tussen neus en lippen door: Trouwens, Floor, even over je werk…’
Je moet daar niet zo over doorzagen, joh. Ik liet haar gewoon wat stripjes zien en toen zei ze dat.
(Oeps, nou irriteer ik hem nog ook. Snel maar weer terug naar de kern van de zaak:)
En toen kreeg je opeens een eigen tekenstijl. Je huidige stijl…
Nee, dat is nog een hele tijd zoeken geweest.
Waar komt die stijl vandaan? Strips? Disneyfilms? Het heeft wel wat tekenfilmachtigs.
Nee, nee, dat weet ik niet.
Maar dat autobiografische heb je gehouden. Net als iedereen bij de Zwarte Handel.
Nee, dat is niet waar. Alleen Maaike, Margreet de Heer en ik doen autobiografie.
Over Cutie Comics. Ben jij daar mede-oprichter van?
Nee. striptekenaar Tommy A. heeft alles verzonnen.
Elke week een nieuwe aflevering. Is dat niet keihard werken?
Ja.
(Goddomme, man. Wanneer ga je me nou eens iets geven?! Degene die hier écht keihard werkt, dat ben ík. Daar wil ik nu wel eens voor worden beloond. Kom nou maar eens los.)
En je tekent voor MYX. Eén pagina in de maand. En voor ExpresZo. Is dat je eerste opdrachtgever?
Wel het eerste blad waarin ik publiceerde, ja.
Die strip voor Expreszo is een homostrip, maar zonder politieke lading.
Ook dat zijn autobiografische strips. Het houdt me helemaal niet zo bezig, die homobeweging.
Je hebt niks met activisme?
Helemáál niet. ExpresZo is echt helemaal homo-emancipatie dit en homo-emancipatie dat. De hoofdredacteur draaft overal op in praatprogramma’s en zo. Niks voor mij.
Lees je het blad?
Ik zou het nooit kopen.
Hoe ben je er dan terecht gekomen?
Ik ben er naartoe gestapt.
(Nou ga ik het maar eens hebben over Flo’s homo-zijn gaan hebben. Dat zal ook wel moeilijk voor m zijn geweest. Eerst moest-ie er natuurlijk zelf mee in het reine komen, daarna moet zijn omgeving het accepteren. Nou zullen we het krijgen!)
Wanneer wist je dat je homo bent?
Toen ik 19 was. Toen wist iedereen het.
Iedereen, behalve jijzelf?
Nee, toen had ik het iedereen verteld. Daar heb ik in ExpresZo wel strips over gemaakt.
Over hoe je omgeving reageerde en zo.
Nee, dat was best wel saai, eigenlijk.
Daarvoor was er een periode dat je er zelf mee bezig was.
Dat heb ik allemaal in één stripje verwerkt en toen was ik daarmee klaar. Ik vind het gewoon niet leuk om er strips over te maken. Dat wordt zo snel heel zeikerig. Ik heb er gewoon niks mee.
Lees je homostrips? Ralf König, Tom Bouden?
Nee. Ik wil wel eens iets van Bouden lezen.
(Wat een zondagskind. Wat een probleemloos leventje. Maar waar komt dat cynische in zijn strips dan vandaan? Ik besloot het nog niet op te geven.)
Je strips hebben iets nadrukkelijk zorgeloos.
Zorgeloos? Hoe bedoel je dat?
Wel met een cynische ondertoon, soms. En je doet veel poepgrappen. Wat heb je met poep?
Ik vind dat gewoon leuk, grappen over poep. Iedereen poept.
Je hebt geen zwaar leven.
Gewoon, normaal.
Is dat niet vreselijk, als je een autobiografische strip maakt, zo’n zorgeloos leven? Of laat je gewoon het achterste van je tong niet zien?
Ik weet niet. Als ik in een heel depressieve bui ben, komt er wel iets zwaars uit. De meeste mensen krijgen dat niet te zien. Voor de MYX is dat niet geschikt, en in EspresZo moet er een homothema in zitten.
Hoe kom je aan je ideeën?
Ik teken gewoon wat ik meemaak. Soms ga ik ergens naar op zoek. Ik ben een keertje naar de Tweede Kamer geweest. Heb ik op de publieke tribune gezeten. Maar dat was nogal saai. Ik heb er wel iets van gemaakt, maar geen echte grap.
Clous vind je niet nodig?
Nee. Ik doe meer aan anticlimaxen. Ik ben gewoon niet goed in clous verzinnen. Dus dat doe ik dan maar niet.
Je doet wel een beetje denken aan een columnist.
Zo kun je het ook zien.
Maak je je wel eens kwaad?
Ja, maar niet om van die grote dingen, waar iedereen zich kwaad om maakt. Een bericht over damherten bijvoorbeeld, die moeten worden afgeschoten omdat ze overlast veroorzaken. Dan denk ik: verplaats ze dan of zo. We schieten toch ook geen mensen dood omdat er teveel zijn?
Waar komen die harde grappen van jou en je collega’s bij Cutie Comics eigenlijk vandaan?
Ik vind dat gewoon leuk. Iets te tekenen dat er schattig uitziet en dat dan te laten ontaarden in grof geweld.
Geweld vind je grappig?
In mijn stripjes wel, ja.
Geen ethische bezwaren?
Dat interesseert me niet.
Waarom vind je geweld grappig? Is er iets gebeurd in je jeugd?
Nee, ik zou nooit echt geweld gebruiken. Het is gewoon lekker om te tekenen. Het moet wel leuk blijven. Daarom teken ik nooit achtergronden. Vind ik verschrikkelijk.
Gedisciplineerd ben je niet.
Nee.
(Inmiddels duiken er steeds vaker decors op in zijn strips. Práchtige decors, zoals in het lange, griezelig mooi ingekleurde Flo-verhaal Oh, was ik maar bij moeder thuisgebleven dat onlangs in het speciale jubileumnummer van Zone 5300 verscheen. Er is zelfs steeds vaker sprake van plot!)
Langere verhalen, dat is ook je stiel niet, lijkt het.
Nee, er komt al snel weer iets autobiografisch uit. Ik ben meer iemand van situaties, niet van een heel verhaal.
Een avonturenstrip?
Ha! Ik zou bij God niet weten wat. Ik ben gewoon geen verhalenverteller.
Niet bang dat de stroom opraakt?
Qua inspiratie? Dat zie ik dan wel weer.
Wat voor opleiding heb je eigenlijk gedaan?
Een grafische opleiding. Ik ben afgestudeerd op animatie.
Heb je dan geen aspiraties op het gebied van animatie?
Ja, daar wil ik ooit wel eens iets mee gaan doen. Ik doe wel eens freelance opdrachtjes voor een animatiestudio, waar ik stage heb gelopen.
Hoe zie je jezelf op je dertigste?
Ben ik totaal niet mee bezig. Ik wil dan op z’n minst een album uit hebben.
Eén album. Heb je geen plannen voor jezelf?
Ik wil meer naamsbekendheid.
Gemakzucht
Ze hebben gewoon gelijk, dacht ik. Die mensen die me wezen op Flo’s luiheid, op zijn behaagzucht, die hebben het goed gezien. En wat Leever zei over de huidige generatie tekenaars, dat het voor hen haast een verdienste is om weinig aandacht te besteden aan het tekenwerk, dat is de spijker op zijn kop! Op een stripbeurs sprak ik Ilah, bracht Flo’s weigering om decors te tekenen ter sprake. Maar die teken ík ook niet! zei ze bijna verontwaardigd. Nergens voor nodig, vindt ze.
In Haarlem, tijdens het stripfestival, sprak ik behalve Flo twee van zijn collega’s bij Cutie Comics: Tommy A. en Alice Kok. We doen geen van allen aan achtergronden, zei Tommy A. Ik ben nu bezig met een strip voor Zone 5300, daarvoor word ik wel een beetje gedwongen om aan achtergronden te werken, vertelde Alice me. Het is wel ontzettend moeilijk. Het is een soort gemakzucht dat ik het niet doe.
Dat is nou de generatie van nu. De zapgeneratie. Snel scoren en op naar het volgende kanaal, het volgende project. Niet te lang stil blijven staan bij één enkel ding. Daar niet teveel tijd en energie in steken. Voor je het weet mis je van alles. Maar is dat kwalijk? Telt niet het resultaat? En is Cutie Comics soms geen flitsende website, met lekkere strips, die er gelikt uitzien? Ik moet toch lachen om Flo’s dagelijkse strip? Ik heb toch plezier? Wat wil een mens meer?
Gelukkig sta ik niet alleen. Behalve door Flo’s vaste schare van vijftien fans, die zijn dagstrip steevast van jubelende commentaren voorzien, wordt hij ook geprezen door vertegenwoordigers van de gevestigde orde. Fokke & Sukke-tekenaar Jean-Marc van Tol, bij wie Flo een extra zakcentje bijverdient als inkleurder, is erg te spreken over zijn talent: “Ik vind Floor een van de grootste talenten die in Nederland rondlopen. Tekentechnisch heeft hij het al jaren in zich en verteltechnisch begint hij zijn vorm te vinden. Dat heeft meer met een persoonlijke ontwikkeling te maken, dan met vernieuwing.”
Over het vernieuwende van Floors werk: ik moet weer aan David Foster Wallace denken: De volgende lichting rebellen zouden wel eens ántirebellen kunnen zijn, die het met overtuiging over alledaagse en niet-trendy beslommeringen en emoties hebben. Misschien gaat het juist daarom. Echte rebellen riskeren immers de afkeuring van het publiek?’ Dat maakt Flo dus een rebel! En dat maakt hem zelfs vernieuwend. Flo maakte deel uit van een nieuwe lichting jonge rebellen, waar Tommy A. en Alice Kok ook deel van uitmaken. Rebellen die zeggen: Fuck die oude troep van die dooie Amerikanen’. Wij willen onze verhalen vertellen op ónze manier. En onze verhalen spelen zich af in het paradijs, daar zijn we nou eenmaal opgegroeid. We ergeren ons aan pietluttigheden. We vinden onze ouders aardig. Samen met hen lachen we om kinderachtige grappen. We zijn gezapig, we zijn lui. We hebben lol. Fuck weltschmerz!’
Gespannen wacht Floor op mijn volgende vraag. Ik vraag hem naar zijn vaste schare fans, die elke dag op een nieuwe aflevering van Do you know Flo? zitten te wachten. Tekent hij voor hen? Voor de positieve aandacht?
Aandacht vind ik sowieso wel leuk. Ik teken wat ik wil tekenen, maar ik hou er wel rekening mee dat er mensen meekijken.
Wat doet jouw vriend?
Die is leraar op een school in Haarlem. Hij is een bron van inspiratie voor me. Hij komt vaak in mijn strips voor. Als mijn tegenspeler.
Je bent pas 24, maar je leidt al een behoorlijk burgerlijk, gezapig leventje.
Valt wel mee, hoor.
Uit wat voor familie kom je eigenlijk?
Een hele openhartige, ruimdenkende familie. Bij mij thuis liep iedereen altijd naakt door het huis.
(Een sprankje hoop:) Heb je je daar tegen afgezet?
Ja. Ik hield persé mijn kleren aan en praatte niet over mezelf of over problemen, behalve dan via mijn stripjes.
Liep iedereen de hele dag naakt door het huis? Zijn ze naturisten?
Nee, natuurlijk niet! Dat was maar een voorbeeld. Ze deden dat als ze onder de douche vandaan kwamen of zo.
Ben je preutser dan je ouders?
Best wel. Maar dat ben ik langzaam aan het overwinnen.
Maar je ouders zijn verder normale mensen?(Dammit!)
Ze zijn gescheiden. Maar ze zijn op een vriendschappelijke manier uit elkaar gegaan.
Ook al geen trauma’s aan overgehouden, dus (Ik geef het op).
Aan mijn vader heb ik wel een paar trauma’s overgehouden. Die heb ik verwerkt in onder andere dat stripje over dat ik honderd gulden vond. Toen moest ik daar iedereen van trakteren. Ik ben daar nu overheen, hoor. Ook vanwege al die andere dingen die hij me sindsdien heeft geflikt. Hij gooide Bokje, mijn knuffel, een keer de rijdende auto uit.
(Aha! Dus tóch! Nou zijn we d’r!) Wat een gemene man, die vader van je!
Nee hoor. Hij is meer een sullige goedzak. Ik merk wel eens dat sommige mensen mijn stripjes te serieus nemen. Dat ze denken dat alles letterlijk zo is gebeurd.
(Nou geef ik het echt op)
Waar leef je van?
Van allerlei miniopdrachtjes en van Fokke & Sukke.
Je bent de assistent van Jean-Marc van Tol. Wat doe je precies voor hem?
Ik kleur in.
Hoe komt Jean-Marc aan jou?
Via de website NU-Komix, waar striptekenaars zich met hun portfolio presenteren. Ik zocht een baantje. Hij zei kom maar bij mij. Ik ben er erg blij mee.
Maar de meeste energie gaat zitten in Cutie Comix en Daily Flo?
Ja.
Betaalt de MYX eigenlijk een beetje?
Ja.
Goed?
Ik ben blij dat ik er wat voor krijg. Het is gewoon leuk om te zien dat ik in dat blad sta.
Waar bestaat jouw dag uit?
Het begint om negen uur met het tekenen van de Daily Flo. Die wil ik rond twaalf uur op de site hebben staan. Ik weet dat mensen daar op zitten te wachten. Ik heb vijfhonderd bezoekers per dag op die site. Dan probeer ik de krant te lezen. Verder ligt het er aan of ik een deadline heb. Ik heb geen strakke dagindeling.
Toen kwam het moment dat me nog lang zal heugen. Ten einde raad wreef ik wat over mijn nek. Ik zuchtte wat. Toen dacht ik hardop: Wat zal ik verder nog eens vragen’.
De volgende dag had Floor er een stripje van gemaakt en op zijn website gezet. Het kleine kreng!
*) uit: A supposedly fun thing I’ll never do again.
Dit artikel verscheen in mei 2005 in Stripschrift, het interview dateert van een jaar eerder. Inmiddels tekent Floor voor het kleine broertje van NRC Handelsblad, NRC.next, heeft hij twee albums uitgebracht en wordt hij met aanzienlijk meer respect behandeld door zijn collega’s. Onlangs kreeg hij de VPRO Debuutprijs
Algemeen, 11.03.2006 @ 03:57
10 Reacties
op 15 03 2006 at 21:59 schreef Natasja:
Haha, lekker en vlot geschreven. Vooral het gegraaf tijdens het interview waar weinig uit kwam. Je commentaar van je gedachten erbij verwoord vond ik eigenlijk het meest lezenswaardig.
Niet dat de rest niet lezenswaardig was, het gaat om het persoonlijke aanspreken als je iets leest maar dat snap je wel.
Het lijkt er op dat Flo eigenlijk niet zo veel te melden had aan sappigheid. Waarschijnlijk de verkeerde geïnterviewd ;)
op 15 03 2006 at 22:53 schreef Elke:
Gewoon een beetje een binnenvettertje, die Flo.
Geen zeepkisten-volgspot-type.
Ik vind het wel schattig, die stripjes van ‘m.
Die verstilde, anticlimaxachtige, scenario’s vind ik eigenlijk ook wel een stijl apart.
op 15 03 2006 at 23:31 schreef Natasja:
Een zeepkisten-volgspot-type? wat moet ik daaronder verstaan?
De stripjes die ik op deze pagina heb gezien, vind ik leuk.
Vooral die psp van tijn.
Doet me aan mijn zoon met vriendjes denken tijdens een internetspel of gamecubesessie.
op 15 03 2006 at 23:43 schreef Elke:
Iemand die niet direct op een zeepkist gaat staan om zijn meningen en gevoelens aan het grote publiek te openbaren, en iemand mogelijk het helemaal niet leuk vindt om op een toneel te staan met een volgspot op ‘m gericht.
op 16 03 2006 at 02:26 schreef Mirjam Vissers:
Ik heb me rotgelachen. Hilarisch interview, veel leuker dan wanneer Flo wel iets te vertellen had gehad.
Misschien moet ik ook maar eens door de knieen richting dagboekstripjes. Ik vond het altijd iets voor luie mensen (ze rollen er meestal vanzelf uit). Maar hee, ik ben lui. Vecht al mijn hele leven tegen mijn eigen luiheid. Moet ik dus gewoon eens mee ophouden.
op 16 03 2006 at 12:38 schreef suckback:
Hij weet gevoelens op te wekken door verhaaltjes te tekenen.
Ik ken strips met de meest fantastische achtergronden die
dat niet voor elkaar krijgen…
op 17 03 2006 at 18:59 schreef Cor:
Ga alsjeblieft niet aan de Martin Brilshit, best Mirjam!
op 18 03 2006 at 02:07 schreef mirjam vissers:
Ik moet helaas bekennen dat ik niet erg gecharmeerd was van Brils stukjes in VN. Maar had ze eigenlijk niet onder de dagboekpoeperij geschaard. (heb er nooit 1 uitgelezen, misschien kwam het daardoor)
Maar er zijn ook goede dagboekpoeperds, dat weer wel. Dat zijn echter volgens mij wel degenen die wat meer afstand van de eigen navel nemen.
op 18 03 2006 at 02:48 schreef Cor:
Kronkels zijn fijn.
op 06 04 2006 at 12:56 schreef Jeroen Mirck:
Gefeliciteerd met je verjaardag, Peter!