Beyond Black
Peter Breedveld
Zelden een boek met zo’n toepasselijke titel gelezen als Beyond Black van Hilary Mantel. Beyond Black is een ongelofelijk wreed boek, zwarter dan zwart, volstrekt genadeloos. Beyond Black biedt de lezer geen enkele troost. Zelfs het hiernamaals biedt geen verlossing, want daar zitten precies dezelfde domme klootzakken die u hier het leven zuur maakten. You don’t get a personality transplant when you’re dead. You don’t suddenly get a degree in philosophy’, merkt de hoofdpersoon, Alison Hart, op.
Alison is een paranormaal medium. Ze houdt bijeenkomsten in verlopen zaaltjes in de Londense voorsteden waar ze contact heeft met de overleden dierbaren van haar publiek. Niet dat die veel belangrijks te melden hebben. Jaren na hun dood blijken ze nog steeds op zoek te zijn naar hun verloren huishoudboekjes of de knopen van hun favoriete vest. Of ze geven de complimenten door voor de mooie inbouwkeuken die hun schoonzoon net heeft geplaatst. Niet altijd is hun boodschap geschikt om te worden overgebracht. Dan houdt Alison het wijselijk op platitudes om de nabestaanden te sparen. Zelfs de woorden dood’ of overlijden’ zijn taboe. De mensen die zich tot Alison wenden zijn eenzaam en kwetsbaar. Daarom heeft ze het over de andere kant’ en de overgang maken’.
Alison heeft een persoonlijke spirit guide die haar contact met het hiernamaals is. Helaas is dat niet een wijze sjamaan of een goede fee, zoals andere mediums hebben, maar een uitzonderlijk kwaadaardig stuk schorem, Morris. Morris verkeert al vele jaren in het hiernamaals, maar hij zegt God nog nooit te hebben ontmoet, de Duivel wel. Morris kent Alison al sinds haar jeugd, toen ook hij nog in de wereld der levenden verkeerde. Toen maakte hij deel uit van een groepje gewelddadige engerds waar haar moeder mee omging. Alisons moeder is ook een frisse, die dwong haar dochter vanaf zeer jonge leeftijd tot prostitutie. Alisons jeugdherinneringen worden bevolkt door het meest gewetenloze tuig denkbaar, mannen die mensenetende honden houden en bloederige pakketjes het huis in en uit dragen. Hun slachtoffers blijven soms door het huis spoken. Soms komen bij Alison flarden van gruwelijke herinneringen boven die ze heeft weggestopt. Ze herinnert zich zelfs de punt van de breinaald waarmee haar moeder vergeefs heeft geprobeerd haar te aborteren. De hel is een pretpark vergeleken met de werkelijkheid waarin Alison leeft.
Hoe houdt de lezer dit 363 pagina’s vol zonder de hand aan zichzelf te slaan? De humor, lieve mensen. Hilary Mantel is zeker één van de geestigste schrijvers van dit moment. Haar cynische kwinkslagen zijn hard en trefzeker. De deprimerende banaliteit van het alledaagse leven wordt hilarisch wanneer ze uit de pen van Mantel komt:
As they turned off the M1 onto the A52, the bells peeled out to mark the end of the National Silence. Curtains were drawn in the Nottingham suburbs.
“That’s nice,” Alison said. “It’s respectful. It’s old-fashioned.”
“Don’t be stupid,” Colette said. “It’s to keep the sun out, so they can see the TV.”
Coffee? she sang. A few drips from the poised pot leaked onto the plans of the Frobisher, and widened like a fresh faecal stain
I thought we could have a pond.
No, the children. The neighbours’children.
What about them?
Children can drown in two inches of water.
Aren’t they ingenious?
Alison is de eerste met wie Prinses Diana, vlak na haar dood, contact opneemt vanuit het hiernamaals. Ze vraagt Alison haar zoons te zeggen dat ze van hen houdt, maar ze kan hun namen niet herinneren: Oh, fuckerama! Whatever are they called?
Contact leggen met het hiernamaals klinkt misschien romantisch, ook een medium moet gewoon aan klantenbinding denken. Als je even niet op je hoede bent is er een concurrent opgedoken die al je klanten van je afpikt:
“There’s a new psychic supplier opened down in Cornwall,” Mandy notes, “and they’ve got a very keen price list with some special introductory offers. Also, for a limited period they’re doing free postage and packaging”
Alison heeft een assistent, Colette, die haar administratie en de organisatie van de bijeenkomsten voor haar doet. Colette is zeer effectief, maar een gevoelsarm, tactloos mens die Alison door middel van geestelijke terreur aan het diëten probeert te krijgen (Alison is zeer dik). Colette zou Alison kunnen bijstaan bij de confrontatie met haar demonen, maar het ontbreekt haar aan fantasie en empathie. De twee wonen samen in een soort Vinexwijk, waar de buren niet durven te vragen of ze lesbo’s zijn. Colette heeft haar man verlaten, een druiloor met een enorme plaat voor z’n kop, en koestert niet veel hoop in deze nieuwbouwwijk (Admiral Drive) een nieuwe man aan de haak te slaan:
The men who had moved into Admiral Drive were married with two kids.They were computer programmers, systems analysts. They drove minivans like square little houses on wheels. They wore jackets with flaps and zips that their wives chose for them from mail order catalogues. Already the postman could be seen, ploughing across the furrows carrying flat boxes containing these jackets, and splattered white vans bounced over the ruts, delivering gob-ons for their home computers. At weekend they were outside, wearing their jackets, constructing playhouses and climbing frames of primary-coloured plastic. They were hardly men at all, not men as Colette knew them; they were dutiful emasculates, squat and waddling under their burden of mortgage debt, and she despised them with an impartial, all-embracing spite. Sometimes she stood at her bedroom window, as the men drove away in the mornings, each edging his square-nosed vehicle cautiously into the muddy track; she watched them and hoped they got into a pileup on the M3, each folding neatly, fatally, into the back of the vehicle in front. She wanted to see their widows sitting in the road, daubing themselves with mud, wailing.
Het zijn onaangename types, de buren van Alison en Colette. Angstig, wantrouwend, egoïstisch. Iedereen die afwijkt wordt door middel van een petitie de wijk uitgewerkt. In iedere dakloze zien ze een pedofiel. Gaandeweg in het boek voltrekt zich een daad van onuitsprekelijke wreedheid, waar Morris en zijn demonische kornuiten weliswaar de verantwoordelijkheid voor opeisen, maar die feitelijk voor rekening van deze brave burgers komt. De boodschap in dit boek lijkt te zijn dat de meest koortsachtige, Boschiaanse voorstellingen van de hel kinderspel zijn in vergelijking met de wereld om ons heen.
Beyond Black is de negende roman van Mantel. Een eventuele verfilming stel ik me voor als iets dat het midden houdt tussen Ken Loach en M. Night Shamalan. Ik heb het boek gekocht nadat ik een enthousiaste bespreking in The New Yorker had gelezen. Tot mijn verbazing ontdekte ik dat Mantel in Nederland nagenoeg onbekend is. Af en toe wordt ze terloops genoemd in een artikel over literaire prijzen (ze won er verschillende) en ik kwam in de digitale krantenbak één nogal zure NRC-bespreking uit 1996 tegen. Onbegrijpelijk, want naar mijn bescheiden mening is Mantel best wel geniaal, eigenlijk.
Peter Breedveld is nu bezig in Anansi Boys van Neil Gaiman.
boeken, Peter Breedveld, 04.11.2005 @ 19:50