Ka-ching!
Lagonda
Een van de leukste dingen die je op TV kunt bekijken, is de Tell-Sell reclame voor de Biostabil. Een Biostabil is een magnetische hanger, die via allerlei tellurische tovenarij een waslijst aan chronische klachten kan verhelpen. Deze persoonlijke hangjomanda kost maar 120 euro; het tweekleurige exemplaar is iets duurder, maar die kunt u dan ook overal bij dragen! Sinds het consumentenprogramma Radar heeft gemeld dat de Biostabil niks meer is dan een vergulde koelkastmagneet, is de reclame er alleen maar leuker op geworden. Om de kijker ervan te overtuigen dat de Biostabil toch echt werkt, knoopt keuvelpad Tineke de Nooij gesprekjes aan met uitgebluste types begeleid wonen. Woeste tankvrouwen met weggevreten gezichten brullen haar toe: “Ik hej al 15 joar lás van munne borderline, en ok heul erg van vervelende béne. Moar, ech woar, meej dien Biostabiel ben ik ech uut un diep swert gat omhoog gekomme!”. Dat werk, dus.
Nu schijnen er valse Biostabielen in omloop te zijn, en het reclamefilmpje was hierom opnieuw aangepast. Tineke vertelde ons nu dat bij het concurrerende product “de polen van de magneet zijn omgedraaid”, en dat dat natuurlijk “heel slecht” is. Ineens hoorde ik nu te duidelijk de kassa rinkelen. Opnieuw trok een stoet meelijwekkende patiënten voorbij. Treurige zielepoten, beperkt en ongelukkig, nooit uit de verf gekomen, en een makkelijke prooi voor cynische oplichters. Er ging een steek door mijn hart: there’s a sucker born every minute, en niemand die er iets aan kan doen. “Jaha, mensen!”, lachte Tineke, “Koopt u toch alleen de echte Biostabil, want die heeft een plus-magneet, én een min-magneet.” En Ka-ching! deed de kassa weer. Toen was het genoeg. Vol walging zapte ik naar een ander kanaal.
En wat bofte ik. Rob Oudkerk was voor de zoveelste keer aangeschoven bij Wrongel en Stremsel. Hij hoorde er weer helemaal bij; de mannekes zaten onbedaarlijk met elkaar te lachen. Een diepe woede begon zich van mij meester te maken. Ik heb sowieso al weinig goeds over hoerenlopers te zeggen, maar wat drijft een arts in hemelsnaam in de armen van een junkie? Ronduit misdadig, is dat. Een arts — iemand die de Hippocratische eed heeft afgelegd en dus gezworen heeft pal te staan voor het bewaken van lichamelijke integriteit — moet toch weten wat verslavingsproblematiek inhoudt, en dat hij misbruik maakt van iemand die geestelijk en lichamelijk aan de grond zit? Maar Rob Oudkerk niet; hij vertelt er trots over in de kroeg. Sterker nog: hij probeert met dit verhaal een begerenswaardige vrouw te imponeren. Maar meneer wil overduidelijk nog eens een gooi doen naar het lijsttrekkerschap van de PvdA, dus blijkbaar is het de bedoeling dat wij vrolijk met deze hufter meelachen. Ka-ching! Ouwejan, die toch altijd zo snel zijn mening klaar heeft, zou eens recht in Oudkerks smoel moeten schreeuwen dat hij een smeerlap is. Maar blijkbaar is dat ongepast — de waarheid is altijd ongepast. Ik liet Rob’s grijnzende Lombroso-hoofd voor wat het was, en zapte verder.
Reclame voor de Postbank. Andermaal Ouwejan in beeld, nu bijgestaan door Remco Campert, die doodsbang naar het rode lampje van de camera kijkt. Alle twee terend op hun imago: Ouwejan als muffe womanizer, Campert als beschonken woordkunstenaar. Zelfspot, heet dat, en het schijnt dat mensen die het weten kunnen dat heel leuk vinden. De aanwezigheid van Ouwejan en Campert zegt mij echter meer over de almaar stijgende nota’s van hun slijter, dan over de kwaliteiten van de Postbank. Ka-ching! Wat doen kunstenaars en opiniemakers in een reclame? Een reclame voor een bánk, godbetert! Ja, sprak Ouwejan ooit ter verdediging, ik doe die filmpjes alleen voor heel veel geld. Daarmee wilde de dommerik aangeven dat zijn principes hem veel waard zijn, maar het maakt de uiteindelijke sell-out juist alleen maar principelozer. Het zal de kracht van de Postbank zijn. Grrr! Woest zapte ik verder.
Maar waar ik ook terecht kwam, ik zag ineens alleen maar meer smakeloze en stuitende hypocrisie. Ka-ching! — het is het geluid van de volle portemonnee, van het gepijpte ego, van de principeloze ijdelheid. Een advocaat bij een roddelprogramma. Ka-ching! Jack Spijkerman bij de presentatie van Talpa. Ka-ching! Een historicus met een politiek pamflet. Ka-ching! Ons ranzige koningshuis dat de nieuwe loot vernoemd naar de minnares van Prins Pikkemans. Ka-ching! Een gesubsidieerde stichting die haar bestaansrecht wil zekerstellen door een niet-bestaande poema uit de hoge hoed te toveren; een religieus leider die zich dodelijk serieus buigt over de zaligverklaring van zijn voorganger; een rechter die zijn zoon instrueert te liegen. Ka-ching! Ka-ching! Ka-ching!
Kanaal na kanaal gevuld met fosforescerend eigenbelang dat via satelliet en kabel de wereld inwoekert, op zoek naar nog meer macht en bevestiging. Op zoek naar nog meer waardevols om te verpesten en waarheid om te vertrappen. Op zoek naar nog meer weerlozen om te verslinden, door hun kleurloze dromen over een betekenisvol leven in te vetten met die supergeile fifteen minutes of extreme make-over fame, of op te poetsen met het nog veel effectievere Eeuwigdurende Gelijk Over Alles. Uw zelfbeeld en uw ideologie, om voor altijd in te geloven: idiot’s silver and fool’s gold — en u kunt het overal bij dragen!
Ik zapte naar de BBC. Jeremy Paxman ondervroeg een Britse politicus, en liet hem alle hoeken van de studio zien. De man in kwestie had een bestuurlijke blunder begaan, en had vervolgens geprobeerd dat te verhullen. Maar Paxman sneed alle vage en ontwijkende antwoorden aan flarden, en uiteindelijk kreeg hij boven tafel wat ik de hele avond nog niet had gezien: waarheid. Een beschamende waarheid weliswaar, maar Paxman is te professioneel om daar besmuikt over te doen. Waarom lijken journalisten in het buitenland veel minder onder de indruk te zijn van hotemetoten, en van de zwetsverhalen waarmee deze hun reputaties in stand proberen te houden? Dit soort ondervragingen zie je nooit op de Nederlandse TV. Journalisten in Nederland zijn er om juist aan het spel mee te doen. Om mee te helpen met boenen, poetsen en verstellen. Journalisten in Nederland zijn er om leugens in te smeren met het glijmiddel van geloofwaardigheid. Want wat krijgen ze daarvoor terug? Ka-ching, natuurlijk! Meer poets- en zuigwerk, meer borrels in Nieuwspoort, meer aanzien.
Ik zap weer verder, en op Nederland 1 worden mijn ideeën gelijk bevestigd door een hoge, narrige nichtenstem: Als je hier de waarheid zegt, dan ben je onbruikbaar. Willem Oltmans aan het woord in Hoge Bomen. Nou is Oltmans natuurlijk ook een ijdeltuit, die op zijn manier ook altijd voor Ka-ching! door de knieën is gegaan, maar zijn levensverhaal maakt wel heel erg duidelijk hoe in Nederland met kritische journalisten wordt omgesprongen. Eén ongepast interview, en je wordt voor het leven buitengesloten; en niet alleen door bange functionarissen, maar ook door je kwezelige collega’s. Want je speelt het spel niet mee, en brengt daarmee andermans Ka-ching! in gevaar. Het is een godswonder dat Oltmans uiteindelijk van de rechter zijn gelijk heeft gekregen, en het is hem van harte gegund, maar het is huiveringwekkend om je te beseffen dat een minder taaie persoonlijkheid geruisloos ten onder was gegaan. Verzwolgen in dezelfde zee van leugens die dagelijks onze huiskamers instroomt. Maar het is niet anders. Ka-ching! makes the world go round.
Lagonda schreef al teksten op een weblog, puur voor het eigen plezier, totdat Frontaal Naakt besloot hem aan de vergetelheid te ontrukken. Lagonda is 49 procent mannelijk, 51 procent vrouwelijk en 100 procent esotericus. Haar schrijfstijl wordt door sommigen ervaren als ‘een warm bad’, door anderen weer als ’totaal genadeloos’. Het is maar hoe de pet staat. Meer op de Lagonda blogspot.
Algemeen, 02.07.2005 @ 03:29
7 Reacties
op 02 07 2005 at 13:09 schreef Compli:
Je hebt heel leuk omschreven waarom ik al minstens 10 jaar nog nauwelijks de tv aanzet.
Verder brengen inhoud en conclusie van het stukje niets nieuws.
Ik kan mij wel voorstellen dat je je blijft verbazen over het consumptief volgzaam gedrag van de gemiddelde kuddemens.
op 02 07 2005 at 14:27 schreef Duns Ouray:
Ik heb geen TV meer in huis. Ik kan het iedereen van harte aanraden.
U zult echt vrij zijn!
op 03 07 2005 at 02:35 schreef Paardestaart:
En des te meer schrikken is het als de ka-ching je huiskamer letterlijk en in den vleze komt binnenpingen
De kranten staan er immers ook bol van, en de universiteiten gooien hun waren in de aanbieding, en de ka-ching vaardigt oekazes uit naar de scholen waar de generatie van morgen wordt gekneed
Nee hoor! Geef mij mijn portie ka-ching maar onversneden. Dan weet ik tenminste wanneer ik mij moet bewapenen…
op 03 07 2005 at 10:40 schreef Peter Breedveld:
Ik ben gek op televisie en daar schaam ik me niet voor. Qua vorm is dit trouwens één van Lagonda’s beste columns. Dat ritme, die gedoseerde kwaadheid, de manier waarop Lagonda langzaam naar een climax werkt. Pure schoonheid.
op 04 07 2005 at 10:44 schreef Richard (die andere dan):
Ach ja, climax…
Ik heb ook al jaren geen TV meer en ik kan het iedereen aanraden. Alleen jammer dat je dan de BBC mist.
Voor overheden knipmessende journalisten zijn trouwens al decennia een typisch Nederlands verschijnsel.
op 04 07 2005 at 12:00 schreef Han van der Horst:
Tot ongeveer halverwege het stukje, dacht ik dat de ontmaskering van een nieuwe gezondheidsleer uit het oosten, genaamd ka-ching eraan zat te komen.
Toen besefte ik pas, dat een kassa zo klinkt, als je de la sluit, althans een ouderwetse.
Ka-ching, die houden we erin.
op 05 07 2005 at 19:52 schreef Annelies:
"Waarom lijken journalisten in het buitenland veel minder onder de indruk te zijn van hotemetoten, en van de zwetsverhalen waarmee deze hun reputaties in stand proberen te houden? Dit soort ondervragingen zie je nooit op de Nederlandse TV. Journalisten in Nederland zijn er om juist aan het spel mee te doen. Om mee te helpen met boenen, poetsen en verstellen. Journalisten in Nederland zijn er om leugens in te smeren met het glijmiddel van geloofwaardigheid. Want wat krijgen ze daarvoor terug? Ka-ching, natuurlijk! Meer poets- en zuigwerk, meer borrels in Nieuwspoort, meer aanzien."
Lagonda wat heb je dat treffend beschreven. Het is precies zoals ik de media ervaar. (Het moet dus wel waar zijn. Grapje.) Kotsmisselijk word je ervan. En wat een mooi einde.