180 Graden
Lagonda
Wat is er qua politiek toch een boel te doen in ons landje. Roerige tijden. Ooit zal ik er mijn kleinkinderen over vertellen, maar zover is het nog niet. Eerst eens rustig alle heisa rond het paasakkoord uitzitten. Het paasakkoord is de culminatie van de voortzetting van het ultimatum betreffende het herziene regeerakkoord in casu de hernieuwde hernieuwing van de bestuurlijke vernieuwing als gevolg van de aftreding na de dramatische stranding van het laatste wetsvoorstel inzake het gekozen burgemeesterschap en de kroonjuwelen. Of zo. Goed dat daar eindelijk eens werk van gemaakt wordt, want zo kon het echt niet langer. Dat reeds ten tijde van de kabinetsformatie al geen hond op die gekozen burgemeester zat te wachten, doet er niet toe; het kabinet is er nu alweer drie weken zoet mee. Terwijl extreemrechtse groeperingen zich op eigen houtje mobiliseren om Hoog-Catharijne “schoon te vegen”, houdt onze regering zich liever zo lang mogelijk met onbenullige zaken bezig.
Het idee ook, een gekozen burgemeester. Wellicht interessant voor de vijf grootste steden, waar ook daadwerkelijk iets te besturen valt, maar je moet er toch niet aan denken dat het burgemeesterschap ten prooi valt aan boerenlullendorpspolitiek? Dat de zich jarenlang voortslepende vete tussen familie van Dinteren (van tuincentrum Van Dinteren, ook voor al uw bouwmaterialen) en familie van Woezik (van bouwhandel Van Woezik, ook voor al uw tuinmeubilair en potgrond) zich voortzet in het College van B&W? Dat de verkiezingsstrijd gaat tussen Koosje van Dinteren en Gretje van Woezik, en dat Schele Tonnie de Snor, Prins Carnaval van 1982 en tevens uitbater van Café De Sportvriend (op zondag Dixieland en soep van het huis) de uitslag beslecht door gratis bier te tappen voor iedereen die op Koosje stemt. Na het aantreden van Koosje als burgemeester wordt direct de horecavergunning van alle concurrenten van Schele Tonnie ingetrokken, en wordt omwille van nieuwe gemeentelijke milieubepalingen de gecombineerde verkoop van bouwmaterialen en potgrond verboden. Nou ja, enzovoorts. Goed dat dat niet doorgaat dus.
Eigenlijk moet ik toegeven dat ik stiekem veel op heb met de idealen van D’66. Ook ik zie veel in transparantie van bestuur; door de burger veel meer bij de besluitvorming te betrekken, wordt hem duidelijk dat ook hij verantwoordelijk is voor het beleid van zijn regering, en dat niet alle problemen even eenvoudig zijn op te lossen. De huidige regentenmentaliteit geeft de burger teveel de gelegenheid met zijn armen over elkaar te blijven zitten en de schuld aan alles wat er mis is bij “de hoge heren in Den Haag” neer te leggen. En net als D’66 zie ook ik degelijk onderwijs als het belangrijkste middel om een goed functionerende samenleving te vormen; een samenleving waarbinnen we wellicht eens in staat zullen zijn op een volwassen manier met elkaar om te gaan. Maar ja, dat is hypothetisch gelul natuurlijk, en niet bestand tegen de weerbarstigheid van de praktijk. Want de burger zit er nu al niet op te wachten om op zijn verantwoordelijkheden aangesproken te worden; laat staan dat hij er nog eens verantwoordelijkheden bij krijgt. En de burger wil wel goed onderwijs, als-ie het zelf maar niet hoeft te volgen. En dat is het grote probleem van D’66; ze bekken niet lekker. Ze hebben geen simpele ideologie die voor ieder maatschappelijk onderwerp pasklare mantra’s klaarheeft. D’66 heeft niet de wapens om populistische politiek mee te bedrijven. Dat wordt dus nooit wat.
Opvallendste speler in de kermis rond D’66 is natuurlijk de PvdA; zelf jarenlang voorstander van de gekozen burgemeester, maar nu ineens prominent aanwezig om het voorstel van De Graaf weg te stemmen in de Eerste Kamer. Na het feestje van Ed van Thijn reageerde Wouter Bos aanvankelijk wat schuchter op kritiek uit de Tweede Kamer; hij zou zijn partij niet goed in het gareel hebben. Maar naarmate D’66 verder in de hoek werd gedreven, was het Bos die zelfgenoegzaam vaststelde dat de rol van D’66 is uitgespeeld, en dat het kabinet in een crisis verkeert. Hij speelde het erg goed, en ik kan me maar niet aan de indruk onttrekken dat de PvdA deze nauwkeurig geregisseerde knieval voor de eigen principes met name heeft gemaakt omwille van “het volk”. De grote massa is al nooit echt warmgelopen voor het abstracte meta-beleid van D’66, en in deze roerige tijden wordt de roep om duidelijkheid en daadkracht steeds luider. Daarom wordt De Graaf, die al zijn pijlen richt op een issue waar op dit moment noodzaak noch interesse voor bestaat, steeds meer gezien als een wereldvreemde kwast, die zichzelf buiten de maatschappij plaatst en de kostbare tijd van Nederland verkwanselt met elitaire puntjesdrukkerij. De PvdA heeft dit sentiment haarfijn aangevoeld, en tot klamgeil leedvermaak van de gewone man het plan van De Graaf aan gort geschoten.
Ik merk steeds vaker aan de PvdA dat ze haar oren meer en meer naar het gesundes Volksempfinden laat hangen. De ooit zo principiële partij is een crowdpleaser geworden; de Joop van den Ende binnen het partijenstelsel. Want wat wil “het volk” nou eigenlijk? Wat wil de burger? Ik denk dat de burger met name met rust gelaten wil worden. Geen gezeik aan de kop, geen gedoe, en liefst zo min mogelijk last van andere mensen. Er hoeft namelijk niks meer bereikt te worden met politiek; we hebben alles al. Er is nauwelijks nog iets om je echt druk over te maken. De burger is geëmancipeerd en bevrijd en gericht op rust en behoud; als-ie maar zijn auto, zijn vakantie en zijn plasmascherm kan blijven betalen, als-ie maar een beetje wordt beziggehouden met voetbal en selectieve verontwaardiging over anderen, en als-ie maar het idee heeft dat hij zichzelf een beetje kan ontplooien als een speciaal, uniek, en waardevol individu. De burger wil regeringsbeleid consumeren als een biefstuk uit de supermarkt; het maakt niet uit waar het vandaan komt, als het maar goed smaakt. Opwinding omtrent politieke issues ontstaat alleen nog als de burger merkt dat zijn verworvenheden op de tocht staan; zijn geld, zijn rust, zijn veiligheid.
Vandaar ook dat de burger weinig tot niets opheeft met integratie. Dat is voor de meeste mensen al nooit een principe geweest waarvoor gevochten moest worden, en het is de laatste 15 jaar zelfs steeds meer een issue geworden waar juist tégen gevochten dient te worden. Integratie is inmiddels een maatschappelijk probleem, in plaats van een ideologisch einddoel. De burger ziet dit probleem heel duidelijk, vreest dat hierdoor zijn verworvenheden worden bedreigd en loopt hiertegen te hoop. Deze kluwen van onrust is door Fortuyn benoemd en naar het oppervlak gevist, hetgeen heeft geresulteerd in de enorme aanhang die de man in korte tijd wist te genereren. De PvdA heeft hier aanvankelijk reflexmatig afwijzend op gereageerd, maar in de luwte van de oppositiezetels is het besef gegroeid dat hier het grootste toekomstige electoraat ligt; bij de ongeruste burger die juist tevreden is met zijn maatschappelijke positie, en deze status quo wil beschermen. Het zou me niks verbazen als de PvdA de komende jaren steeds meer zal opschuiven richting het Fortuynistische gedachtegoed, en onverwacht scherpe uitlatingen zal doen aangaande de multiculturele samenleving. De “andere culturen” hebben hun waarde als ideologisch speeltje verloren, en zijn nu alleen nog maar lastig. Jammer voor de allochtonen die de PvdA in haar zoektocht naar nieuwe kiezersgroepen destijds al te kritiekloos heeft omarmd; ze zullen te horen gaan krijgen “dat het nu toch echt eens tijd wordt om zich hier aan te passen!”. Wie zich in deze nieuwe koers niet kan vinden, moet maar uithuilen bij Groen Links of de SP.
Deze teneur is al te lezen in het nieuwe beginselprogramma van de PvdA, dat doortrokken is van liberale principes, en waarin onomwonden de grenzen van onze beruchte tolerantie worden benoemd. Zo lezen wij: “Tegelijk is het zo dat geen enkele maatschappij, ook Nederland niet, een ongelimiteerd absorptievermogen heeft”. Staat daar nou “vol is vol”, of vergis ik me nou? En ook: “Wie zich bij zijn of haar emancipatie belemmerd weet door de druk van familie, traditie of religie verdient onvoorwaardelijke steun”. Lees ik hier een goedkeuring van de strijd die door Hirsi Ali wordt gevoerd? Wonderlijke uitspraken uit de boezem van de PvdA, in ieder geval. En voortbordurend op deze ingeslagen weg publiceerde het wetenschappelijk instituut van de PvdA, de Wiardi Beckman Stichting, verleden week een rapport waarin werd aangeraden om de vorming van islamitische scholen te ontmoedigen. Dit zou immers de integratie in de weg staan. Goh. Ik kan me herinneren dat Fortuyn dat ooit heeft gezegd, en dat de PvdA toen heel erg boos werd; nou doen ze net alsof ze het zelf verzonnen hebben. Heel dubbel, dus. Let u ook eens op het avondje rode hersenspoeling dat u op zaterdag bij de VARA kunt ondergaan; multicultureel gemoraliseer wordt afgewisseld met grappen over moslims die vijf jaar geleden nooit gemaakt zouden zijn. Voor elk wat wils; de sociaal-democratie is een lange weg gegaan.
Maar de PvdA heeft nog lang niet alle mogelijkheden tot het scheppen van een allemanspartij benut. In België, dat merkwaardige land waar alle bedrading nog bovengronds loopt, en waar de huizen nog zonder bemoeienis van een schoonheidscommissie gebouwd kunnen worden, maakt rassocialist Steve Stevaert er werk van om een lans te breken voor religie. Het godsbesef van de burger en het openlijk belijden daarvan, dient binnen de samenleving alle ruimte te krijgen. Religie, u weet wel; volgens vader Marx de opium van het volk. Volgens zoon Stevaert echter een waardevol middel tot grotere saamhorigheid en sociale cohesie, waarvoor alle respect gepast is. Jaja. Stevaert heeft goed gezien dat religie aan een comeback bezig is, en probeert op deze wijze een electoraal graantje mee te pikken. Ik vraag me af wanneer Wouter Bos de tijd rijp acht om ook in Nederland deze vlieger op te laten, en zich als Dominee Bos, hoeder van het Woord Gods gaat opwerpen. U lacht nou, maar die kant zal het opgaan met de PvdA, de Partij van de Sociaal-Democratisch Christelijk-Liberale Arbeiders. Alleen nationalisme ontbreekt nog in het rijtje, maar ja, als je religie al naar voren schuift als “een waardevol middel tot grotere saamhorigheid en sociale cohesie”, dan is de stap naar vaderlandsliefde geen grote meer. De Internationale wordt vervangen met het Wilhelmus, en de burger wordt aangemoedigd zijn monarch een warm hart toe te dragen. Dan is de makeover van de PvdA compleet, en dient alleen nog de naam veranderd te worden. PvdA: Partij van de Autochtonen.
Lagonda schreef al teksten op een weblog, puur voor het eigen plezier, totdat Frontaal Naakt besloot hem aan de vergetelheid te ontrukken. Lagonda is 49% mannelijk, 51% vrouwelijk en 100% esotericus. Haar schrijfstijl wordt door sommigen ervaren als ‘een warm bad’, door anderen weer als ’totaal genadeloos’. Het is maar hoe de pet staat. Meer op de Lagonda blogspot.
Algemeen, 02.04.2005 @ 09:57