Home » Archief » Moddergooien


[28.08.2007]

Moddergooien

Jona Lendering

Pompeii13 (25k image)

1

De zestiende eeuw, de Lage Landen. Karel V voert een centralisatiepolitiek. De florijn is de eenheidsmunt, er komt een centrale rekenkamer, de lokale overlegorganen vergaderen op bovengewestelijk niveau als Staten-Generaal en in de Pragmatieke Sanctie wordt vastgelegd dat de zeventien gewesten voortaan dezelfde landsheer zullen hebben. Na 1555 harmoniseert Karels zoon Filips II ook de belastingen. Voorbeeldig beleid allemaal, maar toch klinken er protesten. De lokale overheden, die sinds mensenheugenis de belastingen hebben geïnd, zien zich beperkt in hun bevoegdheden.

Nu is het wat lastig je te verzetten tegen een vorst die ongelijkheid uit het belastingrecht wegstrijkt, maar geen nood. Tot de nieuwe instellingen behoort ook een onderzoeksrechtbank die erop toeziet dat religieuze discussies niet via ketterij escaleren tot geweld: de Inquisitie. De voorstanders van de gewestelijke voorrechten richten hun protesten vooral tegen deze instelling, in de hoop dat de koning aan populariteit zal inboeten, zodat het intrekken van de andere maatregelen mogelijk wordt.

Helaas was de Spaanse Inquisitie in 1566, toen de klachten werden gepresenteerd, niet meer wat ze was geweest. Tijdens de regering van de overgrootouders van Filips II waren honderden niet volledig tot het Christendom bekeerde moslims levend verbrand en duizenden joden verdreven. Maar dat was lang geleden. Opnieuw: geen nood – de agitatoren bedachten gewoon wat gruwelverhalen. Vooral het door ene Montanus opgestelde, grotendeels uit verzinsels bestaande zwartboek De praktijken van de Heilige Spaanse Inquisitie zorgde ervoor dat de schrik er goed in kwam te zitten.

Filips II behield zijn waardigheid. Een koning schold niet en stond boven moddergooien. Het gevolg is dat Montanus’ beeld van wrede inquisiteurs, die desnoods het biechtgeheim schonden om mensen tot een gruwelijke vuurdood veroordeeld te krijgen, eeuwenlang is blijven hangen. Pas toen na de dood van Franco in 1975 de archieven van de Spaanse Inquisitie open gingen, bleek dat deze rechtbank voor die tijd zeer professioneel en humaan zijn werk had gedaan. Het aantal executies bleek lager te liggen dan het aantal doodvonnissen van andere rechtbanken. Dat wil vanzelfsprekend niet zeggen dat alles pais en vree was in de aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog, maar de voornaamste reden van de onrust lag niet bij Filips’ religieuze intolerantie.

Als er een les te trekken valt, is het dat ‘boven valse beschuldigingen staan’ geen goede strategie is als je opponent met modder gooit. Maar hoe reageer je wel?

2

Neem het onlangs verschenen driedubbeldikke zomernummer van De Gids, een van de oudste en meest gerespecteerde literaire tijdschriften van ons land. De redactie had het aardige idee een aantal auteurs uit te nodigen een stuk te schrijven aan de hand van de titels van de 107 essays van de Franse filosoof Michel de Montaigne (1533-1592). De lezer zal echter vaststellen dat er geen 107, maar 108 artikelen zijn. Op Arjan Peters’ essay ‘Over de onzekerheid van ons oordeel’ volgt een tweede stuk met dezelfde titel, geschreven door Elsbeth Etty.

De verklaring voor deze verdubbeling lijkt voor de hand te liggen. Montaignes bespiegelingen over de onzekerheid van het menselijk oordeel kunnen worden beschouwd als de kern van zijn sceptische filosofie. Je denkt daarom al snel dat de redactie het belang van dit essay heeft willen onderstrepen door over die titel twee critici het woord te geven. Maar dat blijkt te keurig gedacht.

Peters betoogt “dat recensenten goed [moeten] nadenken over hun oordeel alvorens zij een stuk schrijven”. Als voorbeeld van hoe het niet moet, voert hij Etty op, die ooit aan hem zou hebben toevertrouwd dat ze eens een boek positief had besproken dat ze eigenlijk slecht vond. Zij zou daarmee “het voze vooroordeel” voeden “dat recensenten doen alsof ze boeken bespreken, terwijl ze feitelijk aan politiek doen”.

Peters neemt daarmee een alleszins respectabel standpunt in, al zal menigeen zeggen dat dit geen voos vooroordeel is maar een veel voorkomende praktijk. Maar zolang we daarover geen cijfers hebben, staat het Peters vrij te stellen dat dit inderdaad slechts een vooroordeel is.

Zou hij het hierbij hebben gelaten, er was weinig aan de hand. Hij onderbreekt zijn essay echter met een batterij insinuaties. Etty zou zó dronken zijn geweest dat ze bij het opstaan van tafel een glas wijn had omgegooid, zou een boer hebben gelaten en had “haar sigarettenpeuk met een trefzeker gebaar pal naast de asbak in het smetteloze tafelkleed geboord”. Dit is geen terzake doend argument maar laster.

Zo dacht de redactie van De Gids er blijkbaar ook over, getuige het feit dat ze Etty om een reactie vroeg. Zij zal de les hebben gekend die Filips II dacht te kunnen negeren: blijf er nooit boven staan. Modder, eenmaal geworpen, levert altijd een vlek op, tenzij jij de modderwerper als zodanig kunt ontmaskeren. Dat betekent dus dat Etty haar eigen lezing van het bewuste incident moet presenteren, of bewijzen dat er geen incident is geweest.

Nu is Peters vaag. De enige tijdsaanduiding die hij biedt is “ooit”, wat het voor Etty onmogelijk maakt een alibi te geven (“op die en die datum was ik daar niet”). Peters geeft zijn beschuldiging weliswaar een schijn van controleerbaarheid door een getuige te noemen, maar in de argumentatieleer geldt dat testis unus, testis nullus, “één getuige is geen getuige”. Zelfs als Etty die ene getuige ertoe zou kunnen brengen Peters tegen te spreken, heeft ze niets bewezen. Ze kan de beschuldiging dus niet pareren binnen de grenzen van wat logisch is toegestaan.

Dat hoeft ze trouwens ook niet, want Peters noemt geen feiten die zich lenen voor toetsing en zijn woorden hebben daardoor slechts de status van insinuatie. Maar de modder is daar, en om toch het Filips II-scenario te kunnen vermijden, is ze aangewezen op buitenlogische middelen. Daarom brengt ze in herinnering dat van Peters bekend is dat hij voor het Literair Productiefonds boeken heeft geprezen die hij elders negatief beoordeelde.

Zo’n argumentum ad hominem hoeft op zich niet onredelijk te zijn. De beeldhouwer die van een schoenmaker te horen krijgt dat de voeten van een standbeeld onjuist zijn weergegeven, heeft gelijk als hij zijn criticus, wanneer die ook een oordeel geeft over de houding van de geportretteerde, vermaant dat hij zich bij zijn leest moet houden. Dat Peters eerder de spelregels heeft gebroken is relevant omdat hij er opnieuw de hand mee licht.

Helaas laat Etty het daar niet bij en het is alsof we een nieuwe Montanus lezen. Peters heeft “een door benepen jaloezie en wraakzucht aangetaste geest” en probeert “anderen naar zijn niveau van denken omlaag te trekken door het stelselmatig en consequent in omloop brengen van leugens” – kortom “Peters liegt altijd” (Etty’s cursivering). Dit laatste nu is een redenatiefout die bekendstaat als secundum quid: dat Peters eenmaal is betrapt op onoprechtheid, betekent niet dat hij in het onderhavige geval liegt, of dat zelfs altijd zou doen. Etty’s gekrenktheid is navoelbaar, maar deze reactie is beneden het niveau dat aanvaardbaar is van iemand die zich in het bedoelde nummer van De Gids presenteert als ‘hoogleraar literaire kritiek’.

3

Want dat is het eigenlijke pijnpunt. Ook als Arjan Peters een zinvol betoog ontsiert met een voor zijn argumentatie niet terzake doende beschrijving van Etty’s vermeende dronkenschap en een bewering die hij onvoldoende onderbouwt, mag Etty zich onder geen beding verlagen tot datzelfde niveau. Hoogleraren gooien niet met modder. Dat wil niet zeggen dat Etty even machteloos zou zijn als Filips II. Juist om aan dit soort situaties te ontsnappen, is de wetenschappelijke methode ontworpen, en daarnaar had Etty eenvoudig kunnen verwijzen.

‘Wetenschappelijke methode’ is een deftige manier om iets te typeren dat in wezen simpel is. In de eerste plaats: beweringen die onjuist zijn, moet je intrekken. De academische onderzoeker zit in de zeldzame positie dat hij er eer mee inlegt als hij een fout in eigen werk verbetert – een privilege dat brandweerman, beursanalist en chirurg hem benijden. In de tweede plaats: beweringen moeten voldoen aan nauwkeurig omschreven eisen van toetsbaarheid en logica. Voldoen ze daaraan niet, dan zijn ze niet te bediscussiëren (“zinledig”). Etty had kunnen volstaan met het antwoord dat Peters’ insinuatie zich niet leende voor een steekhoudende discussie, en dat hij met voor weerlegging vatbare (“toetsbare”) beweringen op de proppen moet komen, zoals datum en voldoende getuigen. Dat zou genoeg zijn geweest om Peters te ontmaskeren. Zo makkelijk is het soms.

Dat Etty de voor de hand liggende weg niet kiest en zich schuldig maakt aan een secundum quid, maakt haar kwetsbaar voor de verdachtmaking “zie je wel, ze is bang dat Peters straks wel de aanvullende gegevens kan leveren”. Dat zij zo; de schade beperkt zich tot één persoon. Het is erger, omdat het de gemeenschap treft, dat blijkbaar een hoogleraar wordt gefinancierd die het wetenschappelijk métier niet beheerst of verkiest te negeren. Dat is pas echt schokkend. Gelukkig staat daar tegenover dat Etty er als universitair medewerker eer mee inlegt als ze haar vergissing toegeeft en – ik schrijf dit zonder sarcasme omdat ik gelóóf in de wetenschappelijke methode – eens aanschuift bij een eerstejaarscollege Academische Vaardigheden waarbij redenatiefouten worden uitgelegd.

Tot slot Peters. Ik denk dat hij er niet verstandig aan heeft gedaan de uitnodiging van de redactie aan te nemen. Terecht of onterecht associeert het publiek zijn naam met een oneerlijk oordeel. Rekening houdend met wat de lezers al van hem denken (het ‘ethos’ van de auteur, om de klassieke term te gebruiken), had Peters er beter aan gedaan óf een apologie te schrijven óf er het zwijgen toe doen, zoals Michaël Zeeman niet schrijft over boekendiefstal en Adriaan van Dis niet over plagiaat.

Nu Peters ervoor heeft gekozen te schrijven en zich presenteert als ‘redacteur en literatuurcriticus van De Volkskrant‘, komt de vraag op of hij op de hoogte is van de journalistieke basisregel dat één bron onvoldoende is, zeker als je zelf die bron bent en er slechts één getuige bij heeft gezeten. Door zijn onvoldoende beargumenteerde bewering voedt hij het voze vooroordeel dat hij alleen doet alsof hij een essay schrijft met een aan Montaigne ontleende titel, terwijl hij in feite een vete uitvecht.

Net als Etty geeft Peters blijk van een onthutsend gebrek aan kennis van de basisregels van het eigen vak, en zoals Etty vragen doet rijzen over het benoemingenbeleid van haar universiteit, zo brengt Peters de journalistieke mores van zijn krant in diskrediet. Teken niet met ‘hoogleraar’ en stel jezelf niet voor als journalist als je beroep blijkbaar te moeilijk voor je is. In elk geval zijn nieuwe diepten bereikt in de vaderlandse literatuurkritiek. Gelukkig zijn er auteurs die inspirerender essays schrijven. In het zomernummer van De Gids staan er ruim honderd.

Jona Lendering is historicus en publiceerde onlangs een boek over de antieke krijgskunst, Oorlogsmist. Zie hier zijn eerdere artikel over argumentatieleer.

Jona Lendering, 28.08.2007 @ 10:32

[Home]
 

22 Reacties

op 28 08 2007 at 11:52 schreef Tofuburger:

Eeen schitterende historische vergelijking, maar de stelling dat een journalist niet zijn eigen waarneming mag gebruiken, tenzij er daarnaast meer bronnen beschikbaar zijn en geraadpleegd worden, is niet conform de werkelijkheid en ook niet hoe het zou moeten zijn.

Goede journalistiek berust op de vakcode: neem zo goed mogelijk waar en geef een eerlijke beschrijving. Als Johannes van Dam een omelet eet in restaurant X en daar een 4 voor geeft, is dat ok, zolang hij dat eerlijk doet en goed proeft. Het is pas lasterlijk als de omelet heel goed was. Met het aanwezig zijn van meer(!) dan 1 getuigen heeft het niets te maken of Van Dam zijn vak goed uitoefent. De kwaliteit van Van Dam wordt overigens gegarandeerd doordat de restauranthouders en bezoekers regelmatig feedback geven. Als hij voortdurend een afwijkend oordeel zou geven, zou hij met pensioen worden gestuurd.

De eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van journalistiek ligt bij de hoofdredactie. In dit geval had de redactie van de Gids niet om weerwoord moeten vragen, maar wellicht moeten doorvragen bij Peters. Het doet allemaal te sterk denken aan Paul de Leeuw die Anneke Groenloh zwartmaakte, ook met alcoholinsinuaties. Als het hele stuk van de geschetste kwaliteit is, had het helemaal niet geplaatst moeten worden.

op 28 08 2007 at 12:13 schreef Compli:

Ik vraag me nog altijd af of Jona’s vader misschien mijn middelbare schoolleraar Nederlands is geweest in Apeldoorn…

op 28 08 2007 at 18:44 schreef Cor:

Sterk stuk, en leerzaam. Stemt tot nadenken.

op 28 08 2007 at 20:25 schreef hosseyn:

Essayistiek is overigens iets anders dan journalistiek – de marges zijn veel ruimer. Mooi stuk van JL; interessant verhaal over de inquisitie! Nooit geweten.

Wel neemt hij de apenrots der nederlandse kritiek wat al te serieus; hij betoont zich hier bijna een Caligula, die zijn paard senator maakte.

op 28 08 2007 at 21:28 schreef Peter Breedveld:

Vind je niet dat kunstkritiek serieus moet worden genomen? Heeft kritiek geen signaalfunctie, is ze niet nuttig als startpunt voor discussie of misschien als oefening in het denken? Als liefhebber van de Schone Letteren zou ik zeer gebaat zijn bij een ijzeren voorraad van degelijke critici die het kaf van het koren scheiden en die me kunnen helpen bij het kiezen van mijn boeken; ik kan immers niet alles lezen. Op dit moment wordt er echter zo vaak geroepen dat een schrijver de nieuwe Safran Foer is, of supergeniaal (de volstrekt misplaatste hysterie rond Dimitri Verhulst is één van de meest ontluisterende voorbeelden die me te binnen schiet) dat ik bijna niks nieuws meer lees, uit angst mijn tijd te verdoen.

op 28 08 2007 at 22:52 schreef hosseyn:

@Peter – kunstkritiek is een serieuze zaak, absoluut! Maar daarom ging het hier niet! Het gaat hier om essays die de beide auteurs schrijven naar aanleiding van Montaigne; dat vind ik wat anders dan hun literatuurkritiek. Journalistiek is het ook niet.

En die essays lijken bedoeld om elkaar als vakbroeders onderuit te halen. Dat mag, al is het eeuwige gekissebis in dat wereldje weinig verheffend. Des te erger als het ook nog eens slecht wordt gedaan. Wat dat betreft vertrouw ik op Jona’s oordeel, ik zal het niet lezen.

Overigens zijn veel literaire critici inderdaad volkomen onbetrouwbaar, en zal ik niemand aanraden hun meningen als leidraad te nemen. Zelf jaag ik überhaupt niet op nieuwe schrijvers, ik wacht gewoon, en kijk wat er na tien, twintig jaar nog overeind staat. Ik kan je nu al verklappen dat de Hosseini’s dezelfde weg gaan als de Lulu Wangs en de Celestijnse beloftes: de papiermolen. Het schijnt nu eenmaal een keiharde wet te zijn dat hoe meer ex. er van een boek gedrukt worden, des te minder zijn er na een eeuw nog te vinden.

op 28 08 2007 at 23:11 schreef Lagonda:

Ah! Nou, gauw de Koran in de herdruk gooien, dan!

op 29 08 2007 at 07:17 schreef hosseyn:

Peter! Is dit een knieval voor de schaamhaarpolitie?

op 29 08 2007 at 07:19 schreef Hosseyn:

(her)lees Nabokov, Cormac McCarthy, Updike, Pynchon, Auster, Günther Grass! Vestdijk en Multatuli!

op 29 08 2007 at 08:12 schreef Peter Breedveld:

Tofuburger, Céline herlezen doe ik graag nog eens, maar dankzij Hafid heb ik Nabokov en Anthony Burgess ontdekt, dus voorlopig hoef je je om mij niet ongerust te maken. Ik ben nog niet zover dat ik Multatuli kan herlezen, aangezien ik nog met zijn brieven bezig ben.

Literaire critici zijn onbetrouwbaar, maar ik maak een uitzondering voor Jeroen Vullings. Niet dat ik koop of niet koop wat hij zegt dat ik wel of niet moet kopen, maar omdat zijn stukken goed onderbouwd en erg onderhoudend zijn. Max Pam lees ik ook graag.

De Angelsaksische literatuur kent wél een goede traditie van kritiek.

Het plaatje: dat heb ik vervangen omdat de grofkorreligheid me stoorde. Niks schaamhaarpolitie. Ik zet het er straks wel weer op.

op 29 08 2007 at 08:19 schreef Hosseyn:

Goed zo, we willen Marianne Thieme immers ook niet tegen ons krijgen.

op 29 08 2007 at 08:21 schreef hosseyn:

Nabokov moet je wel helemaal lezen. Al zijn boeken en verhalen. Daar ben je wel even zoet mee. Maar je zult nooit meer dezelfde zijn. Earthly Powers van Burgess is een groot meesterwerk. En ‘The kingdom of the wicked,’ dit geeft een mooi beeld van de allereerste christenen.

op 29 08 2007 at 11:52 schreef Jona Lendering:

Reagerend op een paar opmerkingen hierboven…

(1)
Ja, ik weet dat voor een essay andere regels gelden, maar als je een stuk wijdt aan een persoon en scherpe beschuldigingen uit, moet je het -vind ik- kunnen bewijzen. Anders is het laster, en daarom gelden scherpere regels. Een journalist hoort dat te weten. Als de gewaardeerde Johannes van Dam met als enige getuigen hemzelf en zijn tafelgenoot schrijft dat het eten in café X niet deugt, is het iets anders dan als hij schrijft dat de kok dronken was, want dan zal hij meer getuigen moeten hebben. Althans zo zie ik het.

(2)
Zeggen dat voor essayistiek soepelere regels gelden is, als het gaat om literaire kritiek, tevens zeggen dat het eigenlijk niet zo belangrijk is. Aan de letterenfaculteiten zal het ze een worst zijn dat literatuur gemarginaliseerd aan het raken is, maar ik blijf stiekem geloven dat het wel degelijk mogelijk is iets verstandigs te schrijven; ik probeer dat althans wel en kan met de hand op mijn hart verzekeren nooit anders dan eerlijk over het BOEK, niet de auteur, te schrijven als ik recenseer (http://tinyurl.com/2r3kfb).

(3)
Ik ben echt boos dat Peters een essay misbruikt voor een persoonlijke aanval; en dat Etty ondertekent met "hoogleraar" zonder in staat te zijn een wetenschappelijke redenering op te zetten als het moment daarom vraagt. En maar verbaasd zijn dat er zo weinig geld is voor de letterenfaculteiten.

op 29 08 2007 at 12:20 schreef Peter Breedveld:

Maar is jouw vader nou die Apeldoornse leraar Nederlands van Compli, Jona?

op 29 08 2007 at 12:28 schreef Loesje:

Vanmiddag stond er toch een ander plaatje boven dit verhaal?

op 29 08 2007 at 12:44 schreef Tofuburger:

@Peter,
(Her)lees dan Maupassant, Tolstoi, Apollinaire, Céline..

op 29 08 2007 at 12:53 schreef Hansje Castorp:

Gelukkig zijn er auteurs die inspirerender essays schrijven. In het zomernummer van De Gids staan er ruim honderd.

Tel daaronder dan maar niet het stuk van Frits Abrahams. ‘Over gematigdheid,’ maakt volstrekt onverwacht gebruik van het stijlelement Frits’ vrouw, hetgeen hem toestaat weer eens zonder vuile handen te maken een persoon genadeloos de grond in te boren. Waar niks mis mee is als je het onderbouwt, en enkele weerleggingen aanvoert. Frits echter maakt het literaire equivalent van een achteloos wegwerpgebaar, zoals je in het park een stuk kauwgom over je schouder globaal in richting vuilnisbak tieft.

Meneer Breedveld, Het essay van Bruno Post ‘Over betweterij’ uit dezelfde bundel zou hier ook niet misstaan denk ik!

op 29 08 2007 at 13:46 schreef hosseyn:

@Jona
Ik heb de stukken niet gelezen natuurlijk. Wat betreft het laster-argument en essay-als-literaire-kritiek ben ik het helemaal met je eens, ik had alleen niet de indruk dat het in dit geval literaire kritieken betrof. Het ging toch over ‘de onzekerheid van ons oordeel?’

op 29 08 2007 at 14:56 schreef hosseyn:

Ik zie nu ook dat ik jouw opmerking (over literaire kritiek serieus nemen) verkeerd begreep, dat sloeg terug op mijn apenrots en vergelijking met Caligula.

Natuurlijk moet die kritiek serieus genomen worden, maar bij sommige mensen heb ik die hoop al 15 jaar geleden opgegeven. Met die apenrots bedoel ik niet de hele kritiek, maar een bepaald gedeelte. Er zijn natuurlijk ook eerlijke, integere, hardwerkende critici. Gelukkig wel.

op 30 08 2007 at 01:06 schreef Jona Lendering:

**Gelukkig zijn er auteurs die inspirerender essays schrijven. In het zomernummer van De Gids staan er ruim honderd.**

*Tel daaronder dan maar niet het stuk van Frits Abrahams, ‘Over gematigdheid’*

Dat was één van de twee redenen om mijn oorspronkelijke zin ("staan er nog 106") te vervangen. Abrahams had zijn dag inderdaad niet.

De andere reden om een wat lager aantal te noemen is dat ik zelf ook een van de auteurs in de bundel ben, en de kiesheid voorschrijft dat ik mijn eigen werk niet aanprijs.

En ja, die Apeldoornse leraar Nederlands is mijn vader. Een lieve man, maar op de school zitten waar je vader les geeft behoort niet tot mijn beste jeugdherinneringen. Apeldoorn, ik haat elke centimeter van jou.

op 30 08 2007 at 14:08 schreef Fred de Haas:

Een voortreffelijk stuk.Bedankt!

Fred de Haas

op 31 08 2007 at 08:20 schreef hosseyn:

Als we dan toch over literaire kritiek spreken: net een stukje gelezen van D.Serdijn in de Volkskrant. In het kort het verhaaltje samengevat, het gaat over een kind van babyboomers. Ja,ja, net als Houellebeck (dat heeft ze uit Literatuur voor Dummies) – kort citaat over hoe slecht die Boomers waren in hun huwelijken – de protagoniste zou het beter doen!
Conclusie: zo zien we maar dat die generatie toch iets goeds heeft voortgebracht.

Maar wat is dat dan? Uit niets van het voorafgaande blijkt de kwaliteit van het besproken boek. Geen woord over stijl, structuur, personageontwikkeling… Vindt Serdijn het een veelbelovend schrijfster omdat ze van plan is haar huwelijken beter aan te pakken?
Dit is kritiek op MAVO niveau; het verhaaltje, meer niet. Dit moet een kwaliteitskrant voorstellen, volslagen onbenullig, nietszeggend. Nee, dan nog liever het wrokkige gemier van Arjen Peters.

Nieuwe reactie
Naam:
E-mail:
Homepage:
  Afbeelding invoegen
 

 


Home

Archief

 

STEUN FRONTAAL NAAKT MET EEN TIKKIE!

 

 

OF VIA PATREON!

 

 

CONTACT
Stuur uw loftuitingen en steunbetuigingen naar Frontaal Naakt.

NIEUWSBRIEF
Ontvang gratis de Frontaal Naakt nieuwsbrief.

 

pbgif (88k image)
 

Let op: Toelating van reacties en publicatie van opiniestukken van anderen dan de hoofdredacteur zelf betekenen geenszins dat hij het met de inhoud ervan eens is.

 

pbgif (88k image)
 

MEEST GELEZEN IN NOVEMBER

O De lange arm van Tel Aviv

O Mjoenik

O Wierd Duk stuurt een vriendje om bij mijn baas te klagen

O Jij, racist, jíj bent het integratieprobleem

O Nederland gaat op moslimjacht

O Op de bres voor de domme lul

O De onwaardige discipelen van Theo van Gogh

O Maarten Wolterink

O Mag geen nazi zeggen

O Poepen doen we allemaal

 

MEEST GELEZEN EVER

O Caroline van der Plas, dwangmatige leugenmachine

O Caroline van der Plas is de Nederlandse Donald Trump

O YouPorn

O Iedereen haat Sander Schimmelpenninck omdat hij écht onafhankelijk is

O Wierd Duk de pro-Russische complotdenker

O Domme Lul

O Frans Timmermans kan het einde van de domrechtse ijstijd zijn

O Wierd Duk en Jan Dijkgraaf, hoeders van het fatsoen

O De koning van het uittrekken van de damesslip

O Haatoma

 

pbgif (88k image)
 

BLURBS
“How does it feel to be famous, Peter?” (David Bowie)

“Tegenover de enorme hoeveelheid onnozelaars in de Nederlandse journalistiek, die zelfs overduidelijke schertsfiguren als Sywert, Baudet en Duk pas ver in blessuretijd op waarde wisten te schatten, staat een klein groepje van ondergewaardeerde woestijnroepers. Met Peter op 1.” (Sander Schimmelpenninck)

“Frontaal Naakt dient een publiek belang” (mr. P.L.C.M. Ficq, politierechter)

“Peter schrijft hartstochtelijk, natuurlijk beargumenteerd, maar zijn stijl volgt het ritme van zijn hart.” (Hafid Bouazza).

“Ik vind dat je beter schrijft dan Hitler” (Ionica Smeets)

“Peter is soms een beetje intens en zo maar hij kan wél echt goed schrijven.” (Özcan Akyol)

“Jij levert toch wel het bewijs dat prachtige columns ook op weblogs (en niet alleen in de oude media) verschijnen.” (Femke Halsema)

“Literaire Spartacus” (André Holterman)

“Wie verlost me van die vieze vuile tiefuslul?” (Lodewijk Asscher cs)

“Pijnlijk treffend” (Sylvana Simons)

네덜란드 매체 프론탈 나크트(Frontaal Naakt)에 따르면, 네덜란드 라 (MT News)

“Echt intelligente mensen zoals Peter Breedveld.” (Candy Dulfer)

“De Kanye West van de Nederlandse journalistiek.” (Aicha Qandisha)

“Vieze gore domme shit” (Tofik Dibi)

“Ik denk dat de geschiedenis zal uitmaken dat Peter Breedveld de Multatuli van deze tijd is.” (Esther Gasseling)

“Nu weet ik het zeker. Jij bent de antichrist.” (Sylvia Witteman)

“Ik ben dol op Peter. Peter moet blijven.” (Sheila Sitalsing)

“Ik vind hem vaak te heftig” (Hans Laroes)

“Schrijver bij wie iedereen verbleekt, weergaloos, dodelijk eerlijk. Om in je broek te piesen, zo grappig. Perfecte billen.” (Hassnae Bouazza)

“Scherpe confrontatie, zelfs als die soms over grenzen van smaak heen gaat, is een essentieel onderdeel van een gezonde democratie.” (Lousewies van der Laan)

“Ik moet enorm lachen om alles wat Peter Breedveld roept.” (Naeeda Aurangzeb)

“We kunnen niet zonder jouw geluid in dit land” (Petra Stienen)

“De scherpste online columnist van Nederland” (Francisco van Jole)

“Elk woord van jou is gemeen, dat hoort bij de provocateur en de polemist, nietsontziendheid is een vak” (Nausicaa Marbe)

“Als Peter Breedveld zich kwaad maakt, dan wordt het internet weer een stukje mooier. Wat kan die gast schrijven.” (Hollandse Hufters)

“De kritische en vlijmscherpe blogger Peter Breedveld” (Joop.nl)

“Frontaal Naakt, waar het verzet tegen moslimhaat bijna altijd in libertijnse vorm wordt gegoten.” (Hans Beerekamp – NRC Handelsblad)

“De grootste lul van Nederland” (GeenStijl)

“Verder vermaak ik mij prima bij Peter Breedveld. Een groot schrijver.” (Bert Brussen)

“Landverrader” (Ehsan Jami)

“You are an icon!” (Dunya Henya)

“De mooie stukken van Peter Breedveld, die op Frontaal Naakt tegen de maatschappelijke stroom in zwemt.” (Sargasso)

‘De website Frontaal Naakt is een toonbeeld van smaak en intellect.’ (Elsevier weekblad)

“Frontaal Gestoord ben je!” (Frits ‘bonnetje’ Huffnagel)

“Jouw blogs maken hongerig Peter. Leeshonger, eethonger, sekshonger, geweldhonger, ik heb het allemaal gekregen na het lezen van Frontaal Naakt.” (Joyce Brekelmans)

‘Fucking goed geschreven en met de vinger op de zere plek van het multicultidebat.’ (jury Dutch Bloggies 2009)

Frontaal Naakt is een buitengewoon intelligent en kunstig geschreven, even confronterend als origineel weblog waar ook de reacties en discussies er vaak toe doen.’ (jury Dutch Bloggies 2008)

‘Intellectuele stukken die mooi zijn geschreven; confronterend, fel en scherp.’ (Revu)

‘Extreem-rechtse website’ (NRC Handelsblad)

‘De meeste Nederlanders zijn van buitengewoon beschaafde huize, uitzonderingen als Peter Breedveld daargelaten.’ (Anil Ramdas)

‘Peter Breedveld verrast!’ (Nederlandse Moslim Omroep)

‘Breedveld is voor de duvel nog niet bang’ (Jeroen Mirck)

‘Nog een geluk dat er iemand bestaat als Peter Breedveld.’ (Max J. Molovich)

‘Godskolere, ik heb me toch over je gedróómd! Schandalig gewoon.’ (Laurence Blik)

 

pbgif (88k image)
 

LINKS

 

 


 

(Advertentie)
 

 

 

RSS RSS